In 2016 meer dan honderd mensenrechtenactivisten vermoord

De Verenigde Naties meldt dat in Colombia vorig jaar 127 leiders van mensenrechtenorganisaties en leden van linkse politieke organisaties zijn gedood. De leiders zijn vermoord door criminele organisaties die de gebieden opvullen dat is ontstaan door de demobilisatie en ontwapening van de rebellenbeweging FARC als onderdeel van het vredesakkoord tussen de regering en de FARC.

De Colombiaanse regering, de FARC en een VN-missie zijn bezig met het uitvoeren van dat historische akkoord dat vorig jaar in november werd gesloten. Zoals beschreven in het vredesakkoord zijn de rebellen reeds verplaatst naar de transitiezones waar ze blijven totdat ze helemaal ontwapend zijn. Daarna zullen de leden van de FARC vanuit de transitiezones terugkeren naar de maatschappij.

Volgens de VN hebben andere gewapende groepen nu de gebieden die voorheen in handen van de FARC waren ingenomen. De groepen zijn criminele organisaties die vaak betrokken zijn bij drugsteelt en -handel of illegale goudwinning.

Mensenrechtenactivisten worden door de gewapende groeperingen gezien als een bedreiging. De VN roept de Colombiaanse overheid daarom op om de activisten beter te beschermen en hun aanwezigheid te verhogen in de getroffen gebieden

Het rapport komt op een moment dat de regering moeite heeft met het uitvoeren van het vredesakkoord met de FARC. De gemaakte afspraken lopen vertraging op door logistieke problemen en hiaten in de organisatie. De kampen in de overganszones zijn niet allemaal klaar waardoor rebellen klagen over hun verblijfplaats. Volgens de rebellen is het leven in de kampen in de transitiezones nog slechter dan in de jungle waar ze eerst woonden. De regering heeft ook in Colombia wetten tegengehouden die het naleven van het akkoord makkelijker moesten maken.

Bron :
caracol.com.co