De marine van Colombia heeft de lichamen van 12 Afrikaanse migranten, met inbegrip van zeven kinderen geborgen, die na het zinken van hun boot in de Caribische zee stierven.

De schipbreuk vond zondagochtend plaats en de oorzaak van het zinken is onbekend. De migranten reisden zonder visum en werden door handelaars naar Panama vervoerd.

De overlevenden vertelden dat de boot ongeveer 30 mensen vervoerde, waarvan sommigen nog steeds ontbreken.

De nationaliteiten van de migranten zijn nog niet bekend. Een woordvoerder van het migratiebureau zei dat het wachtte op informatie van de marine en verder geen nadere informatie kon verstrekken.

Het junglegebied in het noorden van Colombia, begrensd door Panama en het Caribisch gebied, wordt vaak gebruikt voor illegale migrantenhandel.
Veel van de mensen die routes door het gebied gebruiken zijn Cubaans of Afrikaans en proberen uiteindelijk de Verenigde Staten te bereiken.

Volgens officiële Colombiaanse cijfers zijn er in de afgelopen vijf jaar minstens 57.000 mensen ontdekt die de route proberen te gebruiken.

Leiders van de rebellengroep ELN zeiden donderdag dat ze Cuba, de plaats waar de vredesonderhandelingen met de Colombiaanse regering zijn begonnen, niet gaan verlaten, tenzij de Colombiaanse president voldoet aan de voorwaarden die met zijn voorganger Juan Manuel Santos is overeengekomen voor hun terugkeer naar huis.

De Colombiaanse president Ivan Duque heeft deze maand een “red notice” van Interpol gereactiveerd tegen de tien guerrillastrijders die in Cuba verblijven. Met deze reactivering kunnen landen de leiders van de rebellengroep aanhouden met het oog op uitlevering.

Duque wil dat Cuba de tien rebellenleiders aanhoudt en uitlevert aan Colombia vanwege een bomaanslag die het ELN heeft gepleegd in Bogotá waarbij 21 jonge politieagenten omkwamen.

Cuba veroordeelde de bomaanslag maar zei dat het zich zal houden aan de overeengekomen protocollen die zjn opgesteld voordat de onderhandelingen in 2017 begonnen. Deze bieden veiligheidsgaranties voor de guerrillacommandanten om binnen 15 dagen terug te keren naar Colombia of Venezuela na het einde van de besprekingen.

De 15 dagen verlopen op zaterdag. Duque, die in augustus aantrad, en leden van zijn kabinet hebben herhaaldelijk gezegd dat ze de protocollen niet erkennen, die onder de vorige regering waren overeengekomen.

“De overheid heeft geweigerd om deel te nemen aan het opstellen van een terugkeerplan voor de ELN-delegatie en daarom zal het niet mogelijk zijn om binnen de verwachte tijd terug te keren”, aldus een verklaring van de 10 onderhandelaars.

Hoewel het ELN in een verklaring de verantwoordelijkheid opeist voor de bomaanslag in Bogota en het een legitieme oorlogsdaad noemde, zeiden de onderhandelaars dat ze geen voorafgaande kennis hadden van de aanslag.

De ELN-onderhandelaars in Cuba zijn onder meer de topcommandanten Pablo Beltran en Nicolas Rodriguez. De groep, opgericht in 1964, wordt door de Verenigde Staten en de Europese Unie als een terroristische organisatie beschouwd.

Cuba organiseerde eerder onderhandelingen tussen de regering en de rebellengroep Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC), die in 2017 demobiliseerde en nu een politieke partij is.