Het dodental als gevolg van een modderstroom in de gemeente Quetame, in het Centraal-Colombiaanse departement Cundinamarca, is opgelopen tot 20, aldus de autoriteiten woensdag.

“Vandaag, 19 juli, hebben we helaas 20 dodelijke slachtoffers bevestigd in de gemeente Quetame,” zei Nicolás García, gouverneur van Cundinamarca.

De reddingswerkzaamheden gingen woensdag de hele dag door om de mensen te redden die vastzaten nadat zware regenval in de vroege uren van dinsdagochtend twee rivieren onder water zette die een deel van het dorpje Naranjal in het landelijke gebied van Quetame wegspoelden.

Volgens het bureau van de burgemeester van Quetame, dat deel uitmaakt van het departement Cundinamarca, zouden er 20 huizen onder de modder liggen en werd er ook een brug weggespoeld, waardoor de weg die Bogotá verbindt met Villavicencio, de hoofdstad van het departement Meta en een van de belangrijkste landbouwgebieden van het land, werd afgesloten.

Daarom maakte de Colombiaanse regering een luchtbrug mogelijk tussen Bogota en Villavicencio met twee vliegtuigen en vijf extra vluchten die werden uitgevoerd door het staatsbedrijf Satena.

De Colombiaanse president Gustavo Petro zei dat het gebied “abnormaal gedrag blijft vertonen door de instabiliteit van het terrein” en dat de autoriteiten daarom “onmiddellijk” families zullen helpen verhuizen, omdat “het gevaar niet is geweken en het essentieel is dat het aantal slachtoffers niet toeneemt”.

“Dit is een van de gebeurtenissen die al typerend zijn voor een bergketen die nog erg jong en instabiel is, en die in dit specifieke gebied al honderden doden heeft veroorzaakt,” voegde de president eraan toe, die aangaf dat er naast de installatie van een luchtbrug ook een groep experts naar het gebied is gestuurd om de installatie van metalen bruggen te plannen.

De gouverneur zei dat “we in de loop van de dag ook verkenningen hebben uitgevoerd met drones om de zijrivieren in Puente Quetame in de gaten te houden en waar nodig alarmen te activeren.”