Colombia speelde dinsdag tegen Engeland in de achtste finales van het WK in Rusland. Na een bloedstollende einde verloor Colombia uiteindelijk door strafschoppen.
Colombia moest meteen al met de eerste tegenslag omgaan. Sterspeler James Rodriguez raakte in de laatste groepswedstrijd tegen Senegal (1-0) geblesseerd aan zijn kuit en lang was het de vraag of hij inzetbaar zou zijn tegen Engeland, maar uiteindelijk nam hij plaats op de tribune. Pekerman, coach van Colombia, stelde een verdedigend team op tegen de Engelsen.
In de eerste helft kwamen beide teams niet tot scoren. De landen kwamen enkele keren gevaarlijk uit in de counter maar raakten niet het net. Colombia kroop door het oog van de naald toen Wilmar Barrios voorafgaand aan een vrije trap van Engeland Jordan Henderson met zijn hoofd raakte. Het leek alsof de Colombiaan zijn tegenstander een kopstoot wilde geven, maar Barrios kwam er met een gele kaart goed vanaf.
In de tweede helft kwam Engeland op voorsprong door een penalty van Kane. Carlos Sánchez hield Kane vast en scheidsrechter Mark Geiger wees resoluut naar de stip, ook al was dit dubieus omdat Kane als eerste de fout in ging. Yerry Mina was de reddende engel van Colombia. De verdediger maakte diep in blessuretijd door een kopbal de gelijkmaker.
In de verlenging creëerden beide teams kansen en speelde Colombia veel aanvallender met invallers als Muriel, Uribe en Zapata. De Colombianen hadden te weinig tijd om tot scoren te komen, waardoor de wedstrijd beslist moest worden door strafschoppen.
Falcao, Cuadrado en Muriel scoorden zonder problemen voor Colombia, Kane en Rashford deden dat voor Engeland. Henderson en Uribe misten hun strafschop. Kieran Trippier maakte daarna gelijk. Pickford stopte de vijfde strafschop van Bacca en Dier schoot Engeland naar de kwartfinale. Engeland rekende daarmee af met een penaltytrauma, want het land werd op de eindrondes van 1990, 1996, 1998, 2004, 2006 en 2012 na strafschoppen uitgeschakeld.