De Colombiaanse guerrillabeweging ELN heeft bij een bloedige aanval op veiligheidstroepen zeker elf soldaten en een politieman gedood. Ze werden in een bergachtig gebied in het noordelijke departement Boyaca in een hinderlaag gelokt en met explosieven en schoten verrast.
De soldaten begeleidden een groep verkiezingsfunctionarissen en vervoerden stemmen van de zondag gehouden regionale verkiezingen, waarbij burgemeesters en gouverneurs werden gekozen.
Naast de twaalf doden worden nog zes mensen vermist. Het gaat volgens het ministerie van Defensie om twee soldaten, een politieman, twee verkiezingsfunctionarissen en een lid van de Uwa-stam.
De rebellengroepering ELN, het Nationaal Bevrijdingsleger, is na de FARC de grootste guerrillabeweging in Colombia. De groep telt circa tweeduizend strijders. De ELN, opgericht door radicale priesters, is in onderhandeling met de overheid om te komen tot voorwaarden voor een vredesproces. ‘Dit laat zien dat de ELN niet heeft begrepen dat het nu tijd is voor vrede en niet voor oorlog”, reageerde president Juan Manuel Santos op het geweld. ‘Als de ELN denkt dat deze daden de positie bij de uiteindelijke onderhandelingen versterken, hebben ze het mis.” Santos kondigde aan dat het leger harder gaat optreden tegen de rebellen.
Colombia kent een lange historie van conflicten tussen linkse rebellen, rechtse paramilitairen en overheidstroepen. In vijftig jaar zijn bij dat geweld meer dan 220.000 doden gevallen. (Bron: ad.nl)