De stad Medellín heeft vandaag het pand van drugsbaron Pablo Escobar opgeblazen. Op de plek van het gebouw legt de stad een park aan om slachtoffers van de drugshandel te herdenken.
Het gebouw werd vrijdag om 11.50 uur door middel van explosieven met de grond gelijk gemaakt. De explosieven legden het gebouw in drie seconden plat (zie video). Voor de explosie moesten 1500 mensen uit voorzorg uit hun woningen worden geëvacueerd.
De burgemeester van Medellín, Federico Gutiérrez, meldde in april vorig jaar dat het Mónaco gebouw, gelegen in de exclusieve wijk El Poblado, zal worden afgebroken.
Op de plek van het pand komt een park van 5000 vierkante meter waarmee de slachtoffers worden geëerd die omgekomen zijn in de bloedige periode dat het Medellín kartel de stad in zijn greep had.
Pablo Escobar en zijn Medellín kartel overheersten in de jaren tachtig de internationale cocaïnehandel en waren verantwoordelijk voor de dood van meer dan 5000 mensen. In de strijd om meer (politieke) macht verklaarde hij de Colombiaanse regering de oorlog. In 1993 werd Escobar opgespoord door de politie en werd tijdens een ontsnappingspoging via het dak doodgeschoten.
Het vroegere verblijf van Escobar wordt elke dag door groepjes toeristen bezocht. Het gebouw is opgenomen in een zogenoemde ‘narcostour’, speciaal voor toeristen die meer willen weten over de geschiedenis van Pablo Escobar en geïnspireerd zijn door de televisieserie Narcos.
Federico Gutiérrez wil af van de verheerlijking en het romantiseren van de grootste drugscrimineel die het land heeft gekend. Om die reden wil de burgemeester de aandacht schenken aan de vele slachtoffers die er zijn gevallen.
Het park krijgt drie monumenten genaamd La Esencia, Inflexión en Resilienci (De essentie, verbuiging en veerkracht) en zal in november dit jaar geopend worden voor de inwoners van Medellín.