Nederlandse rechercheurs gaan in Colombia, Spanje en Panama samenwerken met plaatselijke autoriteiten om de groeiende toestroom van cocaïne naar Nederland en België te stoppen. Dat zegt het hoofd van de landelijke recherche, Wilbert Paulissen, in de Telegraaf.
“Het doel is upstream disruption, oftewel: niet wachten tot de drugs in Nederland en België aankomen, maar al in de bronlanden tegenhouden”, zegt het hoofd van de landelijke recherche, Wilbert Paulissen, in de krant.
Nederlandse rechercheurs zullen in Colombia in de havenstad Cartagena worden gestationeerd om daar samen met drugsbestrijders van het Amerikaanse agentschap DEA te werken. Hoe de samenwerking er precies uit gaat zien zegt Paulissen niet. Om verder te gaan dan wat informatie uitwisselen zal ook met de Colombiaanse autoriteiten moeten worden samengewerkt. De samenwerking zal als hoofddoel hebben om de export van cocaïne tegen te houden en drugsbaronnen aan te pakken.
Voor Colombia was het vorig een succesvol jaar van drugsbestrijding. Het land had een recordvangst in 2017 waarbij honderden tonnen cocaïne in beslag werd genomen met een straatwaarde van miljarden euro’s. In januari vorig jaar was er in Hazeldonk in Noord-Brabant een grote lading onderschept. De politie vond toen 4000 kilo cocaïne in een lading bananen.
Hoewel er succesvol drugs wordt onderschept is de prijs voor een kilo cocaïne in Nederland volgens Paulissen gelijk gebleven. Het hoofd van de landelijke recherche zegt dat er volgens hem genoeg cocaïne in omloop is.
Dat er genoeg in omloop is, heeft grotendeels te maken met de toenemende cocaïneproductie in Colombia. Door het vredesakkoord tussen de Colombiaanse overheid en de voormalige rebellenbeweging FARC is er nu na ruim vijftig jaar het gewapend conflict tussen de twee partijen beëindigd. De FARC was een belangrijke spil in de cocaïneproductie in Colombia. Tijdens de vredesbesprekingen heeft de regering het aantal drugsoperaties terug gedrongen om het vredesakkoord niet in gevaar te brengen. In het vredesakkoord is afgesproken dat cocaboeren subsidie krijgen als zij alternatieve legale gewassen gaan kweken. De boeren gingen extra coca verbouwen omdat het aantal hectares meer subsidie oplevert. Daarnaast is de Colombiaanse regering gestopt met het besproeien van cocaplanten, waaruit cocaïne wordt gemaakt. Op dit moment slaagt de regering er niet goed in om de subsidies aan te bieden, waardoor de boeren nog trouw blijven aan het kweken van cocagewassen.