Alle negatieve beelden en berichtgeving over Colombia kunnen definitief de prullenbak in. Dat is de mening van de deelnemers aan de handelsmissie die Ideavelop vorige week organiseerde rondom de vakbeurs Proflora in Bogota.
Een zeer diverse groep van 17 deelnemers aan deze missie keerde met een positief gevoel huiswaarts aangaande de huidige ontwikkelingen in de Colombiaanse tuinbouw.
Colombia is de economische ‘rising star’ in Zuid Amerika. Hoofdstad Bogota is een belangrijke zakelijke bestemming in de regio met een groeiende middenklasse en kosmopolitisch imago. Echter, elk land waar een positieve economische wind waait, voelt de negatieve kant daarvan (helaas) vaak direct terug in haar agrarische sector. Kosten stijgen, arbeid wordt schaars. Grondprijzen in tuinbouwgebieden in Colombia zijn inmiddels vergelijkbaar met die in Nederland. Dat dat gevolgen heeft voor de snijbloementeelt, spreekt voor zich.
Producenten zien zich gedwongen de efficiëntie en productiviteit van hun farms te verhogen en dus wordt er nu, ook door de gunstige wisselkoers, voorzichtig meer geïnvesteerd in mechanisatie en automatisering. Een ontwikkeling die kansen biedt aan Nederlandse toeleveranciers, mits er goed gekeken wordt naar lokale behoeften en voorwaarden.
De Nederlandse telers in de groep waren zeer onder de indruk over de intensieve biologische behandeling van de teeltgrond die ervoor zorgde dat er bij sommige bedrijven tot 10 en eenmaal zelfs tot 30 jaar in dezelfde grond geteeld kon worden. Verder is het bij gewassen als de gerbera een trend aan het worden om op substraat te gaan telen en komt cocopeat in beeld als teeltmedium.
Daarnaast was het voor degenen die Colombia voor het eerst bezochten, het directe contact met de klant een eyeopener. Het is duidelijk dat in Colombia de klant bepaalt. De klant staat ook centraal tijdens de tweejaarlijkse Proflora beurs in Bogota. Ontmoetingsplaats voor producenten en inkopers, maar ook standplaats van veel Nederlandse breeders. (bron: groentenet.nl)