President Petro verzekert dat de gesprekken in Bajo Cauca Antioquia pas heropend zullen worden als het geweld is opgehouden.
Met betrekking tot de demonstraties van mijnwerkers die plaatsvinden in Bajo Cauca en het noordoosten van Antioquia heeft Petro een verklaring afgelegd waarin hij verzekert dat de gesprekken alleen kunnen worden hervat als het geweld ophoudt, de orde in het gebied wordt hersteld en het tekort aan voedselvoorraden wordt opgeheven.
Als aan deze voorwaarden wordt voldaan en de dialoog tussen de regering en de gemeenschappen wordt hervat, zullen zij aandringen op de oprichting van het mijnbouwdistrict en op het plan voor de formalisering van de mijnbouw.
“Alleen onder voorwaarden van vrijheid en volledige veiligheid voor de inwoners is de nationale regering bereid terug te keren naar de dialoogtafel”, aldus de regering.
Er zijn in de regio vijf onderministers van Binnenlandse Zaken, Defensie, Milieu, Mijnen en de adjunct-directeur van de Nationale Planning, vergezeld van technische teams om de situatie te normaliseren.
“In Medellín hebben de ministers van Defensie, Binnenlandse Zaken en de minister van Milieu en Duurzame Ontwikkeling samen met de militaire en politiecommandanten en de gouverneur van Antioquia het voortouw genomen bij de maatregelen om de wegen vrij te maken en de veiligheid en de rechten van de inwoners van de regio te garanderen. Van daaruit hebben zij contact gehad met de onderhandelingen en de uitwerking van voorstellen en oplossingen voor de formalisering”.
Het bureau van de gouverneur van Antioquia heeft vanwege de gewelddadige aanvallen tijdens de mijnstaking in zes gemeenten van Bajo Cauca een avondklok en drooglegging afgekondigd.
Daarnaast heeft de nationale regering van de gelegenheid gebruik gemaakt om via het bisdom van de gemeente Santa Rosa de Osos (Antioquia) de afwijzing van het geweld door de katholieke kerk te ondersteunen. Het document verzekert dat “de inwoners en de organisatorische processen die de mijnstaking steunen zich bij deze kreet hebben aangesloten en het erover eens zijn dat de regering de wegen en de mobiliteit moet herstellen en prioriteit moet geven aan de humanitaire aandacht voor de tekorten in Bajo Cauca en het noordoosten van Antioquia”.