President Juan Manuel Santos heeft zaterdag de Nobelprijs voor de Vrede ontvangen in Oslo. Hij werd daarbij onthaald op een staande ovatie. Santos toonde volgens het Noors Nobelcomité politieke moed door met rebellenbeweging FARC te onderhandelen over een vredesakkoord.
Berit Reiss-Andersen van het Nobelcomité zei dat de prijs zijn “resolute en moedige” pogingen erkent om een einde te maken aan de meer dan vijftig jaar durende burgeroorlog, door een vredesakkoord met de FARC-rebellen. De prijs is ook een eerbetoon “aan het Colombiaanse volk”, dat nooit de hoop opgaf voor een rechtvaardige vrede. Santos was een “drijvende kracht doorheen dit vredesproces”, aldus het Noorse Nobelcomité.
Op 7 oktober werd al bekendgemaakt dat hij de prijs zou ontvangen voor “zijn resolute inspanningen om een einde te maken aan de burgeroorlog die meer dan vijftig jaar woedde”.
Op de dag van de bekendmaking zei hij: “Ik had het niet verwacht. Mijn zoon verraste me met dit nieuws in de ochtend en ik voelde enorm veel emotie. Vanaf het eerste moment heb ik deze prijs als een herkenning voor alle Colombianen beschouwd, maar in het bijzonder voor de slachtoffers van deze oorlog.’
In het raadhuis in Oslo zei de Colombiaanse president dat zijn land en het volk “het onmogelijke” veranderen. “Een oorlog die zoveel leed en wanhoop heeft gebracht in gemeenschappen over ons hele land, is eindelijk ten einde gekomen”, zei hij nadat hij de prijs in ontvangst had genomen.
Santos heeft eerder al verklaard het geldbedrag van 8 miljoen Zweedse kronen dat bij de prijs hoort te schenken aan de slachtoffers van de burgeroorlog in zijn land.