Volgens Nico Spruijt product manager van Yex kampt momenteel de avocadomarkt  met de nodige tekorten. “Het Chileens seizoen loopt af en vanuit Peru is het eerste fruit beschikbaar, maar komen pas vanaf week 14 de grotere volumes. Tot die tijd is het toch een beetje de eindjes aan elkaar knopen, want niemand heeft echt grote volumes avocado’s beschikbaar zeker niet in de gangbare maten 14-20”, vertelt product manager Nico Spruijt van Yex.

“De prijzen liggen daardoor op een hoog niveau. Voor de harde avocado’s wordt 14-15 euro neergelegd en de prijs van ready-to-eat avocado’s gaat daar nog eens 1,50 tot 2 euro overheen. Wel verwacht ik dat de markt wat zal stabiliseren als Peru met grotere volumes komt”, zegt Nico. “Het eerste fruit uit Peru is afkomstig uit de bergen en heeft een prima drogestofgehalte, maar de volumes zijn gelimiteerd. Chili zal er de komende weken uitgaan en komt pas in augustus weer op de markt.”

Tussentijds stappen volgens de importeur vooral landen als Colombia, Israël en Spanje in, waarbij met name Colombia de afgelopen jaren een flinke ontwikkeling heeft doorgemaakt. “De kwaliteit van de avocado’s was altijd een beetje twijfelachtig, maar dat krijgt men nu een stuk beter onder controle. Ze zijn hierin Mexico voorbijgestreefd”, vertelt Nico.

En dat is volgens de importeur goed voor de marktsituatie. “Het kan geen kwaad als landen als er naast Chili en Peru wat meer product de markt opkomt. Ondanks het grotere volume dat wereldwijd wordt aangeplant absorbeert de markt de avocado’s goed. Met name naar Duitsland gaan grote volumes toe. Een gunstige ontwikkeling is wel dat de toenemende vraag naar verpakte avocado’s ook resulteert in een vlottere verkoop van de kleine maten. Uiteindelijk moet je alle maten zien te verkopen welke van het veld komen, om de boeren zo goed mogelijk te ondersteunen.”

Het corruptieschandaal rond het Braziliaanse bouwbedrijf Odebrecht verspreidt zich als een olievlek over Colombia. Zowel president Juan Manuel Santos en de guerrilla worden er van beschuldigd van het ontvangen van een “bijdrage” in ruil voor respectievelijk gunsten en bescherming.

Volgens hoofdaanklager Nestor Humberto Martinez, betaalde Odebrecht 1 miljoen dollar voor een opiniepeiling uitgevoerd tijdens de herverkiezingscampagne in 2014 van president Juan Manuel Santos. Martinez zei dat het doel van de Braziliaanse bouwreus was om met gunsten de regering van Santos te beïnvloeden om te kiezen voor Odebrecht in een gigantisch snelweg project.

Ook guerrillabeweging FARC werd genoemd in het grote Odebrecht corruptieschandaal. Een Braziliaans weekblad meldde dat in het verloop van het onderzoek twee leidinggevende werknemers van het bedrijf hebben aangegeven dat Odebrecht betalingen hebben gedaan tussen de 50.000 en 100.000 dollar per maand in ruil voor “vergunningen” om te kunnen bouwen op het grondgebied in handen van de rebellen.

Volgens Veja magazine begon Odebrecht met de betalingen in 1990 nadat de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC) twee van haar directeuren hadden ontvoerd. De betalingen werden beschouwd als een “guerrilla belasting” en maakte het Odebrecht mogelijk om een 500 kilometer lange autoweg aan te leggen die het centrum van Colombia met de Caribische kust verbindt, evenals om andere projecten te voltooien.

Een FARC woordvoerder zei dat de guerrillabeweging zich niet bewust was van betalingen van het Braziliaanse bedrijf.

President Santos heeft nog niet gereageerd op de beschuldigingen. Het staatshoofd werd eerder dit jaar beschuldigd betrokken te zijn bij het Odebrecht corruptieschandaal. Dit werd later ontkracht door een handgeschreven brief van voormalig congreslid Otto Bula, aangehouden op beschuldiging van het aannemen van miljoenen aan steekpenningen van het Braziliaanse bouwbedrijf. Hoofdaanklager Nestor Humberto Martinez beschuldigde de president voor het aannemen van geld voor zijn campagnemanagement dat via Otto Bula binnenkwam. Bula schreef in een brief dat er geen sprake was van financiële steun vanuit Odebrecht richting het campagnemanagement van Santos.

De komst van paus Francisco naar Colombia is meerde malen aangekondigd. In september vorig jaar werd aangekondigd dat hij in het eerste kwartaal een bezoek aan het land zou brengen. Volgens religieuze bronnen in Rome zal de paus in de maand september of oktober Colombia bezoeken.

Andrea Tornielli, journalist van de Italiaanse krant La Stampa, zei maandag dat de paus waarschijnlijk in september of oktober Colombia een bezoek zal brengen.

Tornielli, een van de best geïnformeerde journalisten op het gebied van het Vaticaan, zei ook dat de paus vraagtekens had bij zijn bezoek en alleen naar het land wil afreizen als het vredesakkoord wordt beschermd en erkend door de internationale gemeenschap.

“Voor het Vaticaan is het vredesakkoord in feite realiteit”, zegt Tornielli, die het afscheid van de wapens van afgelopen week door de guerrillabeweging een belangrijk gebaar noemt voor het vredesproces.

President Juan Manuel Santos overhandigde de uitnodiging voor een bezoek aan Colombia op 16 december aan paus Francisco tijdens een bezoek aan het Vaticaan.

Alhoewel de agenda voor de pauselijke reizen nog niet zijn vastgesteld voor 2017, zijn er hoge verwachtingen voor zijn komst naar Colombia. Aanvankelijk werd zijn bezoek aangekondigd voor de eerste helft van 2017.

De FARC (Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia) heeft de eerste groep ingelijfde kindsoldaten overgedragen aan het Rode kruis. De FARC is begonnen met het vrijlaten van hun kinderen uit hun militaire rang als onderdeel van het vredesakkoord dat de Colombiaanse regering met de FARC in november vorig jaar ondertekende.

Met 1 april als deadline, heeft de FARC de eerste groep van kinderen, die ingelijfd waren om te vechten als soldaten, vrijgelaten, kondigde het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) zaterdag aan.

Het ICRC meldde dat verschillende jongens en meisjes zijn overgebracht van de FARC-ontwapeningszone naar een centrum gerund door UNICEF. Zowel het ICRC als de FARC wil niet zeggen hoeveel kinderen er zijn vrijgelaten, maar de lokale omroepen zeggen dat het om zeven kinderen ging.

In het vredesakkoord is afgesproken dat de FARC al hun dienstplichtige kinderen jonger dan 15 moeten overdragen. Bijna 7000 FARC-leden hebben zich verzameld in de 26 ontwapeningszone verspreid over het hele land. Dit proces liep vertraging op omdat sommige kampen in de transitiezones nog niet klaar waren. Daardoor liep ook het overdragen van de kindsoldaten op. Totdat zaterdag de eerste groep werd overgedragen en de FARC nog tot 1 april de tijd heeft om hun laatste gerekruteerde strijders onder de 15 jaar vrij te laten.

Minister Koenders van Buitenlandse Zaken heeft in Colombia een bezoek gebracht aan een FARC-ontwapeningszone. Hij deed dat samen met zijn Colombiaanse ambtgenoot María Angéla Holguín Cuéllar en de Noorse minister van Buitenlandse Zaken Brende. Ze wilden met eigen ogen zien hoe de demobilisatie en ontwapening van de FARC-strijders verlopen, onder toezicht van de Verenigde Naties.

Koenders kondigde ter plaatse aan dat Nederland gaat bijdragen aan registratie van land in Colombia, vooral in gebieden die lange tijd onder controle stonden van de FARC. Het Nederlands Kadaster gaat daartoe een proef uitvoeren in het Colombiaanse departement Meta.

‘Het vredesakkoord dat de Colombiaanse regering en de FARC hebben gesloten, gaat niet alleen over het demobiliseren en ontwapenen van de FARC maar ook over sociaaleconomische ontwikkeling van gebieden die zwaar geleden hebben onder het gewapend conflict en de afwezigheid van de overheid. Goede landregistratie is een eerste, essentiële stap’, aldus Koenders.

Het Kadaster zal samenwerken met Colombiaanse organisaties om de gebieden met behulp van Nederlandse technologie snel, goedkoop en voldoende nauwkeurig in kaart te brengen. De boeren doen zelf een groot deel van het werk. Ze lopen met smartphones met een speciale app langs de grenzen van hun land en markeren daarmee zélf de grens van hun terrein. Deze markeringen worden op een digitale kaart getoond. Als de boeren het onderling eens zijn over de kaart die ze gemaakt hebben, kan deze worden geformaliseerd.

De boeren krijgen dan landtitels uitgereikt. Voor de boeren betekent dat rechtszekerheid maar ook een onderpand, waarmee ze krediet kunnen krijgen om hun productie duurzaam te verhogen. Het project wordt grotendeels gefinancierd door het EU Trust Fund, waaraan Nederland 3 miljoen euro heeft bijgedragen.

Het vredesakkoord dat de Colombiaanse regering en de FARC vorig jaar sloten, is ambitieus, aldus Koenders: ‘Colombia staat voor een grote uitdaging. Naast de demobilisatie van de FARC zijn er verregaande afspraken gemaakt over herverdeling van land, politieke participatie van burgers en aanpak van criminele groepen die zich bezighouden met cocaïnehandel en illegale goudwinning. Ook de bescherming van mensenrechtenverdedigers neemt een belangrijke plaats in. Het akkoord beoogt de oorzaken van het conflict weg te nemen. Nederland biedt actief steun tijdens deze overgangsperiode in Colombia, een buurland van ons Koninkrijk’.

Strijders die zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige misdaden, moeten verantwoording afleggen voor speciale vredestribunalen en voor de waarheidscommissie. Uiteindelijk zullen de FARC-strijders re-integreren in de samenleving.

Minister Koenders besprak met zijn ambtgenoot hoe Nederland een bijdrage kan leveren aan de installatie van de vredestribunalen en de oprichting van een waarheidscommissie. Beide zijn belangrijk om vast te stellen wat er gebeurd is in de context van het gewapend conflict. ‘Slachtoffers hebben recht op de waarheid. Alleen als de waarheid boven tafel is en de daders van ernstige misdrijven gestraft zijn, kan Colombia verder werken aan verzoening’, aldus Koenders.

Het filmfestival van Cartagena viert deze week haar 57ste editie en is de meest belangrijke in Colombia en de oudste  in zijn soort op het Zuid-Amerikaanse continent.

Het hoogtepunt van het festival zijn de uitreikingen van de India Catalina beeldjes. Een belangrijk uitgangspunt waarop films geselecteerd worden is de culturele identiteit van de Spaans-Amerikaanse landen. De beste Spaans-Amerikaanse film ontvangt een India Catalina Award.

Dit jaar heeft de officiële competitie zes categorieën: fictie (10 films), documentaires (10 films), Colombiaanse (8 films), kortfilms (23 films), nieuwe scheppers (16 films) en juwelen (12 films). Naast deze zes categorieën worden er ook awards uitgereikt voor de Colombiaanse televisie en de creatieveling die zijn werk deelt op digitale platforms zoals Youtube.

Het filmfestival van Cartagena staat dit jaar in het teken van de Franse films. De reden voor de extra aandacht voor de Film Noir is vanwege het jaar van Colombia-Frankrijk 2017. Een samenwerking tussen beide landen waarbij de culturele, educatieve en zakelijke uitwisselingen de banden van de landen moet versterken.

Festival Internacional de Cine de Cartagena de Indias (FICCI) wordt sinds 1960 gehouden in Cartagena. De award is een beeldje van La India Catalina. Een dochter van een stamhoofd van een Colombiaanse indianenstam die Spaans leerde en zich bekeerde tot de Rooms-katholieke Kerk. Door haar kennis van de indiaanse talen en cultuur speelde ze een belangrijke rol als vertaler tijdens de vroege verovering van het noorden van Colombia.

De Colombiaanse vereniging van bananentelers (Augura) zei in een verklaring dat Colombia 73% van de bananenproductie naar de Europese Unie exporteert en dat de EU de belangrijkste markt is voor de Colombiaanse banaan.

Colombia exporteert naar schatting 120.000 dozen bananen per week en blijft consolideren als een van de toonaangevende producenten van dit fruit in de wereld, vermeldde Augura. Colombia is de derde grootste exporteur van bananen in de wereld na Ecuador en Costa Rica.

De bananenexport vanuit Colombia blijft groeien. De reden voor deze toename is omdat bananen niet langer hoeven te worden vervoerd in schepen met speciaal hiervoor uitgeruste ruimtes voor koelopslag. In plaats daarvan kunnen de bananen in koelcontainers met containerschepen worden getransporteerd. Deze schepen hebben een groter concurrerend vermogen wegens de lagere kosten en omdat ze efficiënter zijn.

Woensdag zijn de rebellen van de guerrillabeweging FARC begonnen hun wapens in te leveren als onderdeel van het vredesakkoord dat de Colombiaanse regering met de FARC in november vorig jaar ondertekende.

In Colombia zijn de rebellen van de Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia (FARC) begonnen met hun wapens in te leveren. Bijna 7000 rebellen zijn reeds gearriveerd in de 26 aangewezen transitiezones waar ze hun wapens inleveren. Daar worden de rebellen niet alleen ontwapend maar ook geregistreerd en voorbereid op hun terugkeer naar de burgersamenleving.

Op 24 november vorig jaar hebben de FARC en de regering van Colombia een vredesakkoord bereikt. Daarmee kwam een einde aan een gewapend conflict dat bijna 52 jaar heeft geduurd. Het heeft aan meer dan 220.000 mensen het leven heeft gekost en miljoenen Colombianen op de vlucht heeft gejaagd.

President Juan Manuel Santos zie dat tegen eind juni de rebellen hun wapens moeten hebben ingeleverd. De staatshoofd kreeg vorig jaar de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn inspanningen om tot een akkoord te komen.

De FARC zal op termijn verder gaan als een politieke beweging in Colombia.

Minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken is vrijdag in Colombia op uitnodiging van zijn Colombiaanse ambtgenoot, María Ángela Holguín Cuéllar. De minister brengt onder meer een bezoek aan een FARC-ontwapeningszone, samen met Holguín en de Noorse minister van Buitenlandse Zaken Børge Brende.

Koenders was vorig jaar september nog aanwezig bij de ondertekening van het vredesakkoord van Colombia met de FARC. President Santos van Colombia ontving in december vorig jaar de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn inspanningen voor het definitieve vredesakkoord.

Het komende bezoek staat in het teken van de toekomst van Colombia. Koenders spreekt daar, naast zijn Noorse en Colombiaanse ambtgenoten, ook andere sleutelfiguren uit het vredesproces, zoals het hoofd van VN-missie in Colombia Jean Arnault, en waarschijnlijk ook de hoofdonderhandelaar van de Colombiaanse regering voor de vredesbesprekingen met het guerrillaleger ELN, Juan Camilo Restrepo. In de gesprekken zullen de uitdagingen waar het land voor staat aan de orde komen, zoals de uitvoering van het vredesakkoord met FARC, waarin onder andere is afgesproken dat de FARC-strijders worden ontwapend. Maar ook de lopende vredesonderhandelingen met de ELN, de verslechterde mensenrechtensituatie in het land en de sociaal-economische ontwikkeling van de gebieden die lange tijd onder controle stonden van de FARC zijn onderwerp van gesprek.

Nederland biedt actief hulp bij het vredesproces in Colombia, onder andere door een bijdrage aan het EU Trust Fund, de NGO HALO TRUST voor ontmijning en de monitoringsmissie van het vredesproces door de Organisatie van Amerikaanse Staten. Ook steunt Nederland verschillende mensenrechtenorganisaties.