Colombia krijgt van Nederland het stempel ‘kansrijk’. Een handelsmissie moet deze maand de band aanhalen.
Drugs, Pablo Escobar, geweld en Tanja Nijmeijer; dat zijn de meest voorkomende associaties met Colombia. Onterecht, vindt directeur Jan Willem van Bokhoven van het van het Holland House in Bogotá. ‘Colo‘bia gaat gebukt onder een slecht imago, ook bij Nederlandse ondernemers’.
En dat terwijl het land is uitgegroeid tot de snelst groeiende economie van Latijns-Amerika. De economische groei in 2014 komt naar schatting uit op 4,7%. Het mag dan ook geen verrassing zijn dat minister Lilianne Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op 24 november met Nederlandse ondernemers naar Colombia reist voor een handelsmissie.
De handelsambities van beide landen kreeg in november vorig jaar gestalte in het Holland House, een variatie op de aloude Kamer van koophandel, opgezet in samenwerking met het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering, de ambassade in Bogotá en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Het afgelopen jaar sloten zeker 85 ondernemers zich erbij aan.
‘Onder onze leden zitten multinationals Shell en Boskalis, maar het overgrote deel is afkomstig uit het mkb’, zegt Van Bokhoven. Ondernemers kunnen in het House kantoorruimte huren en worden geholpen bij de registratie van een onderneming in Colombia’.
Ondernemers zijn volgens Van Bokhoven heel voorzichtig als ze voor het eerst in Bogotá aankomen. Hij verwelkomt ze meestal op het vliegveld. ‘Dan moet ik ze echt overtuigen dat deze stad grotendeels veilig is en je hier ’s avonds prima over straat kunt. Je moet wel weten in welke wijken je kunt komen.
De negatieve associaties verdwijnen doorgaans na een paar dagen. ‘Ik loop hier echt niet met getrokken pistool rond’, merkt ondernemer Bas van Bakel op. Ook Linda Breukers, consultant in Bogotá, kan als vrouw prima over straat. ‘Vrouwen bekleden hier juist vaak hoge posities in het bedrijfsleven. In de afgelopen vijf jaar is dit land veel veiliger geworden’.
Deze veiligheid hangt grotendeels samen met het terugdringen van guerrillabeweging Farc. Alvaro Gutierrez, gevolmachtigd minister bij de Colombiaanse ambassade in Den Haag erkent dat de beweging nog altijd delen van Colombia onder controle heeft. ‘Maar de gebieden zijn veel kleiner dan vroeger. Bovendien zijn dit niet de plekken waar buitenlandse investeerders komen. De Farc zit vooral in de jungle en in bergachtig gebied’.
De Nederlandse overheid heeft Colombia aangewezen als een van de zogeheten transitielanden. Dit zijn landen die internationaal het stempel ‘kansrijk’ krijgen. Toch kijken Nederlandse ondernemers meestal naar Brazilië en Argentinië als ze kansen zoeken in Latijns-Amerika. Die keuze is niet terecht, vindt Van Bokhoven. ‘De afzetmarkt is in die landen uiteraard groter, maar met 48 miljoen inwoners is ook Colombia geen kleine markt’.
Bovendien beschermen de reuzen van Latijns-Amerika hun nationale markt sterk en hierdoor is het voor een buitenlands bedrijf moeilijk om de markt te betreden. ‘Colombia heeft vrijhandelsverdragen met zowel de Verenigde Staten als de Europese Unie. Dat hebben Brazilië en Argentinië niet’.
Andersom s Nederland voor Colombia een belangrijke partner, met een vierde positie op de lijst van belangrijkste exportlanden. Nederland importeert veel kolen, koffie en bloemen uit het Latijns-Amerikaanse land. Een groot deel van de bloemen die in Aalsmeer verhandeld worden, is afkomstig uit Colombia.
Een sector waar volgens de ambassade in Den Haag veel kansen liggen, is infrastructuur. ‘Een noodzaak’, weet Linda Breukers. ‘Het is nu net zo duur om een container van de haven in Rotterdam naar de haven van Cartagena te verschepen, als diezelfde container vervolgens van Cartagena naar de hoofdstad Bogotá te transporteren. Dat komt door een gebrek aan infrastructuur’.
Ook de regering in Colombia weet dat de hoge transportkosten in het binnenland een obstakel vormen voor economische ontwikkeling. De komende jaren wordt er 25 miljard dollar (€20 mrd) geïnvesteerd in vliegvelden, zeehavens, binnenvaart en honderden kilometers snelweg en spoor. Daarbij is volgens Alvaro Gutierrez veel behoefte aan buitenlandse kennis en kapitaal. ‘Nederlandse bedrijven die willen investeren in Colombia zullen met open armen worden ontvangen.