Het Spaans galjoen San José, dat met een lading vol kostbaarheden meer dan 300 jaar geleden voor de kust van Colombia naar de bodem van het Caribisch gebied zonk, werd drie jaar geleden gevonden met behulp van een speciale duikboot geëxploiteerd door het Woods Hole Oceanographic Institution.
San José, een Spaans galjoen met drie masten, 62 kanonnen en zo’n 600 man aan boord nam op 8 juni 1708 van Colombia de terugtocht naar Spanje. Het handelsschip volgeladen met goud, zilver en smaragden werd toen vlak voor de kust van Colombia door de Britten tot zinken gebracht.
Het schip, mogelijk het waardevolste scheepswrak ooit, ligt al meer dan drie eeuwen op de bodem van de zee, maar het galjoen werd op 27 november 2015 voor de kust van Cartagena op meer dan 600 meter diepte gevonden door een internationaal team van wetenschappers en ingenieurs.
Roger Dooley, een archeoloog van Maritime Archaeology Consultants (MAC) was de drijvende kracht achter de ontdekking. De volhardende Dooley deed meer dan 33 jaar onderzoek om alles te weten te komen over het galjoen. De archeoloog slaagde er uiteindelijk in om de route te reconstrueren die de San José had genomen op zijn allerlaatste trip. Dit deed hij met de hulp van een onbekende kaart uit 1729 die hij ontdekte.
Aan de hand van de gegevens op de kaart werd een gebied afgebakend waarin het wrak zich moest bevinden. De zoektocht in het gebied kon beginnen nadat er toestemming was van het Colombiaanse ministerie van cultuur. Het Amerikaanse Woods Hole Oceanographic Institution (WHOI) heeft maandag hierover voor het eerst bericht. Het instituut maakte bekend dat het een speciale duikboot leverde die bij het onderzoek hielp en die er met sonar in slaagde om het scheepswrak te lokaliseren.
De speciale duikboot, de REMUS 6000, is tot 9 meter boven het wrak afgedaald en heeft daar foto’s genomen. Op de foto’s zijn onder meer gravures van dolfijnen te zien op de kanonnen, iets waarmee de definitieve identificatie van het schip gebeurde. “Het wrak was bedekt met sediment, maar op de beelden die de camera maakte op grotere diepte konden we toch nieuwe details ontwaren”, aldus Mike Purcell, de expeditieleider van WHOI. “Het gaf een groot gevoel van voldoening toen we het schip eindelijk vonden”, vult collega Munier aan, die alles telefonisch volgde. ’Het was een ongelofelijk moment.”
De schat, mogelijk miljarden waard, is het onderwerp geweest van juridische gevechten tussen verschillende landen en particuliere bedrijven. UNESCO, het culturele agentschap van de Verenigde Naties, heeft Colombia enkele weken geleden opgeroepen het wrak, waarvan de precieze locatie een staatsgeheim blijft, niet commercieel te exploiteren.