De dissidente rebellen van de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC) zijn erin geslaagd om in een jaar tijd het aantal gewapende guerrilla’s te verdubbelen tot 2600 volgens een officieel document waar de Colombiaanse krant ‘El Tiempo’ inzicht in had.
Volgens een rapport van het leger van mei 2019 zijn ze van 2300 leden in twaalf maanden tijd naar bijna 4600 gegaan, waaronder 2600 gewapende guerrilla’s en 2000 die meer tot de zogenaamde clandestiene ondersteuningsnetwerken behoren.
Volgens het document zijn er in 138 gemeenten dissidenten aanwezig. De machtigste groep zou de ‘Gentil Duarte’ zijn, die 2.776 leden zou tellen, waarvan 1.703 al over wapens beschikken om de illegale economie in minstens 14 departementen te controleren.
‘Gentil Duarte’ zou worden versterkt door ‘Iván Mordisco’ en ‘Jhon 40’, twee voormalige FARC-leiders die midden in de vredesonderhandelingen in Havana terugkeerden naar de jungle en 17 gewapende eenheden zouden hebben in Guaviare, Vaupés, Meta, Arauca, Guainía, Vichada en Casanare. Er is ook bewijs dat ze aanwezig zijn in Caquetá, Putumayo, Norte de Santander, Cauca, Valle, Cundinamarca en Tolima.
De zogenaamde ‘Segunda Marquetalia’, de dissidentie van ‘Iván Márquez’ en ‘Jesús Santrich’ groeit ook snel en hebben zelfs een alliantie gesloten met de Venezolaanse chavista-beweging ‘La Piedrita’, die beschikt over M-50 machinegeweren waarmee ze ‘Santrich’ beschermen in een populaire Caracas-wijk genaamd 23 de Enero, zeer dicht bij het Miraflores-paleis.
Sinds augustus 2019, toen Marquez en Santrich formeel via een videoboodschap aankondigden de wapens weer op te pakken, zijn ze erin geslaagd 797 mensen te rekruteren, waarvan er al 202 gewapend zijn. Daarnaast zullen zij rekenen op de inkomsten uit de drugshandel en de illegale mijnbouw in het grensgebied om in totaal negen fronten te financieren en de aanwezigheid in acht departementen te bekostigen: Antioquia, Huila, Córdoba, Caquetá, Cesar, La Guajira, Arauca en Norte de Santander.
De beweging ‘Teófilo Forero’, onder leiding van ‘El Paisa’, is ook aanzienlijk aanwezig, aangezien hen gelukt is om 217 mensen te rekruteren, waaronder enkele minderjarigen. “Daarom is het een belangrijk doel voor onze strijdkrachten”, legt een veiligheidsexpert uit die door El Tiempo wordt geciteerd.
“Ze gaan door met het strategische plan dat de FARC ooit heeft opgesteld om aan de macht te komen door middel van wapens en het overnemen van gebieden van strategische waarde die uiteindelijk routes zijn naar meer belangrijke stedelijke centra,” zei veiligheidsexpert John Marulanda.
Ze zijn met name geïnteresseerd in het grensgebied, omdat ze van daaruit wapens kunnen smokkelen en de export van coca in samenwerking met kartels kunnen controleren. “Met al het geld dat ze verdienen aan coca en illegale mijnbouw, maken ze een nieuwe groep, waarbij ze de boeren met vee en land voor zich winnen”, benadrukte hij.
In de departementen Nariño en Putumayo zijn 985 dissidenten, verdeeld over drie eenheden: de ‘Óliver Sinisterra’, de ‘Guerrillas Unidas del Pacífico’ en een tot nu toe onbekende groep die werd geïdentificeerd als ‘Contadores’ en nu in totaal 144 personen telt.
De Colombiaanse militaire inlichtingendienst waarschuwt dat er al pogingen zijn gedaan om al deze eenheden te verenigen om een FARC-achtig project nieuw leven in te blazen dat zou kunnen wedijveren met het ELN of de ‘Clan del Golfo’. Alle onderhandelingen tussen hun leiders zijn tot nu toe echter niet succesvol geweest. Het belangrijkste twistpunt zou de drugshandel zijn, de enorme winsten en de “contracten” met Mexicaanse en Braziliaanse kartels.
Volgens Marulanda bestaat de militaire strategie er nog steeds om hen te bestrijden, zelfs met bombardementen op hun kampen, maar de plannen om de gedemobiliseerde FARC-rebellen bij te staan om te voorkomen dat ze terugkeren naar de rangen van de opstandelingen is ook van groot belang.