De linkse rebellenbeweging Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC), die al meer dan een halve eeuw in een gewapend conflict is met de Colombiaanse regering en meer dan 220.000 levens heeft gekost, is al meer dan drie jaar in gesprek met de Colombiaanse regering voor het bereiken van een vredesakkoord.
De twee partijen begonnen in Havana in november 2012 aan het vredesproces en spraken in september 2015 een deadline af voor het behalen van een vredesakkoord. Na de eerste week van maart lieten de beide partijen al sluimeren dat er nog te veel scherpe kantjes aan een aantal onderwerpen zaten en meer tijd nodig hadden. Santos meldde: “Ik onderteken niet een slecht akkoord om aan een datum te voldoen. Na zo veel moeite en na zo’n lange tijd, als we dan niet een goed akkoord op de 23ste (maart) halen, dan spreek ik gewoon een nieuwe deadline af”
De vredesonderhandelingen tussen de twee partijen kreeg weer schot in de zaak door het bezoek van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry afgelopen maandag. Kerry was maandag in Havana vanwege het staatsbezoek van president Obama aan Cuba, en ging in gesprek met de Farc-rebellen en de Colombiaanse regering om te proberen het vredesakkoord naar een naderend eind te brengen.
FARC-leider Rodrigo Londoño, alias Timochenko, noemde de ontmoeting met Kerry “historische, ongekend, onvoorstelbaar”. Hij zei ook: “We hebben van hem persoonlijke steun gekregen voor het vredesproces in Colombia, die ons optimistisch heeft gemaakt en die ons meer zekerheid heeft gegeven dat we op weg zijn naar vrede “.
De Colombiaanse regering noemde de bijeenkomst met Kerry “erg productief ‘en de hoofdonderhandelaar van de Colombiaanse regering, Humberto de la Calle, zei dat ze de problemen voor de vredesbesprekingen in detail met Kerry hadden besproken.
Humberto de la Calle gaf wel aan dat er nog lastige agendapunten waren. “In alle eerlijkheid moeten we het publiek informeren dat op het moment nog belangrijke meningsverschillen met de FARC bestaan. We stellen alles in het werk om tot een definitieve overeenkomst te komen. Maar snelle beslissingen zijn noodzakelijk”, aldus de la Calle. Ook de rebellenbeweging wil haast maken. “We willen 2016 het jaar van vrede maken”
Van de zes thema’s waarin de vredesgesprekken onderverdeeld zijn is er al veel overeenstemming bereikt en veel successen in behaald, waaronder de politieke participatie van de rebellen, landhervorming, reduceren van drugshandel en overgangsrechtspraak (‘transitional justice’).
Overgangsrechtspraak
Het “transitional justice” akkoord dat in september ondertekend werd, is met gemengde gevoelens ontvangen van zowel de conservatieve oppositie en de internationale mensenrechtenorganisaties, met name over de opgelegde straffen. Maar een van de belangrijkste punten in het overgangsrechtspraak zijn de voorzieningen in relatie tot de slachtoffers van het conflict, zoals een schadevergoeding.
Daarnaast was in oktober de oprichting van een gespecialiseerde eenheid, dat zoekt naar mensen die worden beschouwd als vermist, een belangrijke ontwikkeling in de onderhandelingen. De gespecialiseerde eenheid is belast met de taak om de 77.000 slachtoffers die geregistreerd staan als vermist te lokaliseren, identificeren, te bergen uit massagraven en de overblijfselen van de slachtoffers weer terug te brengen.
Dit initiatief van de Cubaanse en de Noorse vertegenwoordigers werd gezien als een positieve stap in de richting van het bevorderen van het genezingsproces. Mocht het vredesakkoord worden ondertekend, dan zal deze speciale eenheid als onafhankelijke organisatie opereren om onnodige tussenkomst van autoriteiten te voorkomen.
Vertrouwen
Gedurende deze gesprekken werd de vooruitgang van het proces vertraagd mede door het onderlinge wantrouwen tussen beide partijen. President Santos verbeterde het vertrouwen tussen de twee partijen door 30 veroordeelde FARC-rebellen op 22 november vrij te laten.
De FARC-rebellen werden vrijgelaten en slechts veroordeeld op beschuldiging van rebellie, maar niet in verband gebracht met criminele activiteiten of oorlogsmisdaden.
Het gebaar van goede wil van Santos zijn kant werd door het FARC-leiderschap goed ontvangen, “Wij waarderen … de aankondiging van de regering om 30 gevangenen veroordeeld voor rebellie vrij te laten,” zei FARC-onderhandelaar Pablo Catatumbo op een persconferentie in Cuba.
De goede wil van de regering van Santos om in te gaan op een aantal beloften die gemaakt zijn tijdens de onderhandelingen, heeft het vertrouwen vergroot dat cruciaal kan zijn als beide partijen proberen tot overeenstemming te komen voor een definitieve regeling.
VN-missie
Een belangrijk element in het vredesproces is de internationale samenwerking en participatie. Tijdens de onderhandelingen wordt externe toezicht als essentieel beschouwd. Vanuit deze gedachten kwamen beide partijen in januari overeen om een missie van de Verenigde Naties toezicht te laten houden op een toekomstig staakt-het-vuren. De twee partijen hebben ook aangegeven dat een VN-missie de daaropvolgende ontwapening van milities en rebellen gaat controleren.
Het externe toezicht was voor de FARC een belangrijk punt vanwege de demobilisatie en de re-integratie van de rebellen. De grootste angst van de FARC-leiders is hun veiligheid tijdens het ontwapenen, verwijzend naar mogelijke aanvallen van andere paramilitaire groepen.
Landen uit Latijns-Amerika gaven eind januari aan bereid te zijn om vertegenwoordigers naar Colombia te sturen voor een VN-missie. Tijdens de top van de gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caraïbische Staten of CELAC, zeiden de leiders van de landen, dat de missie, die toezicht zal houden op het akkoord tussen de Colombiaanse regering en de marxistische guerrilla, geheel vervaardigd zou kunnen worden door officials uit de CELAC landen.
De internationale interventie was een belangrijke doorbraak in de onderhandelingen. De FARC liet bereidwilligheid zien om als rebellenbeweging te willen demobiliseren.
De bijdrage van de VN wordt ook gekoppeld aan meer internationale samenwerking in de vorm van bijstand van de Europese Unie. Zo is er een Europese trustfonds opgericht dat wordt toegewezen aan diverse projecten in Colombia van de fase na het conflict.
Het vredesakkoord nabij
Alhoewel 23 maart voorbij gaat zonder een gedenkwaardig vredesakkoord tussen de Colombiaanse regering en de FARC-rebellen, is er de laatste zes maanden aanzienlijke vooruitgang geboekt.
Ondanks de duidelijke maar ook begrijpelijke aanwezigheid van wantrouwen tussen de twee onderhandelende partijen, hebben de beide partijen een duidelijke wens om te werken aan een definitieve oplossing voor het langste interne conflict van Latijns-Amerika.
Hoofdonderhandelaar van de Colombiaanse regering, Humberto de la Calle gaf al aan dat snelle beslissingen noodzakelijk zijn en de FARC wil 2016 het jaar van de vrede maken. Het volk, dat in een landelijke enquête aangaf minder vertrouwen te hebben in het vredesproces, wil niet langer wachten. Samen met de druk van de Colombiaanse bevolking, de internationale betrokkenheid en de vele behaalde doelen zijn de partijen wel verplicht om tot een uiteindelijk vredesakkoord te komen.
Beide partijen gaan op 4 april weer aan de onderhandelingstafel.