In de Colombiaanse vredesonderhandelingen zetten beide partijen in nauwelijks een week tijd drie belangrijke stappen vooruit. Zo gingen slachtoffers van de oorlog een rechtstreeks gesprek aan met de tegenpartij, ‘een uniek experiment’.
Op 16 augustus vond in het Cubaanse Havana, waar de vredesonderhandelingen al bijna twee jaar bezig zijn, een eerste rechtstreekse ontmoeting plaats tussen twaalf slachtoffers van de burgeroorlog en de onderhandelaars van de regering en de linkse FARC-rebellen. Het gesprek duurde bijna zeven uur.
Op 21 augustus werd een academische commissie geïnstalleerd die zich moet buigen over de oorsprong van de burgeroorlog en over de factoren die ertoe geleid hebben dat hij nog altijd voortduurt.
Dezelfde dag ging hoge officieren van het Colombiaanse leger, onder aanvoering van generaal Javier Alberto Flórez, naar Havana. Ze moesten met de FARC nagaan ‘hoe men het bilaterale en definitieve staakt-het-vuren en de ontwapening zal aanpakken’, zoals de Colombiaanse president Juan Manuel Santos het formuleerde.
Uniek experiment
De helft van de twaalf slachtoffers die op 16 augustus met de onderhandelaars spraken, waren slachtoffers van het geweld door overheid en extreemrechtse paramilitaire groepen. Vier waren slachtoffers van FARC-geweld. De twee resterende slachtoffers hadden geweld van beide kanten ondergaan.
Het gaat om ‘een uniek experiment dat nog nooit ergens is vertoond’, zegt Fabricio Hochschild, VN-vertegenwoordiger in Colombia.
Duizenden slachtoffers van de burgeroorlog willen vooral weten wat er met hun naasten is gebeurd. Ze willen ook een betere regeling voor schadevergoeding en eisen dat de misdaden niet onbestraft blijven.
420.000 doden
Er gaan vijf zulke groepen van slachtoffers naar Havana, alles samen zestig mensen dus. De VN, de Nationale Universiteit en de Bisschoppenconferentie kregen de taak om te bepalen welke slachtoffers naar Havana zouden reizen.
De oorlog die al sinds 1946 aan de gang is, maakte ondertussen 6,7 miljoen slachtoffers. Daarvan zijn er 5,7 miljoen die gedwongen moesten verhuizen, vooral boeren. In het conflict zijn al meer dan 420.000 mensen gedood.
Nog geen Waarheidscommissie
De Historische Commissie over het Conflict en de Slachtoffers, die donderdag werd geïnstalleerd, bestaat uit twaalf academici en twee verslaggevers; elke partij mocht zes academici en een verslaggever voorstellen. Het gaat om historici, sociologen, antropologen, economen en politicologen.
De verslaggevers moeten tegen eind december een rapport voorleggen ‘zonder persoonlijke verantwoordelijkheden aan te duiden’, zoals de onderhandelaars bepaalden. Het rapport mag ook niet zo geschreven zijn dat het juridische gevolgen heeft.
Het is niet de Waarheidscommissie die er zou komen na het einde van oorlog, maar het was wel een belangrijke stap in die richting.
28 hangende kwesties
Een vredesakkoord komt er maar als er over alles een akkoord is. Er zijn nog 28 hangende kwesties bij drie van de zes overeengekomen agendapunten. Veertien kwesties hebben met landbouwhervorming te zien, tien met politieke hervorming en vier met drugshandel.
De Historische Commissie moet aanbevelingen doen om die op te lossen.
De zwaarste problemen doen zich niet in Havana maar in Colombia zelf voor, zegt een priester die goed op de hoogte is van de onderhandelingen. Voormalig president Álvaro Uribe, nu senator en oppositieleider in het parlement, bewerkt nu zakenmensen en journalisten om hen te winnen voor zijn harde campagne tegen de onderhandelingen.
Als het tot een referendum komt over het vredesakkoord – het zesde punt op de agenda – en er een meerderheid voor het akkoord lijkt te komen, zou de druk op Santos wel eens kunnen toenemen, zegt de bron. Daarom zijn beslissingen nodig die de legitimiteit van de dialoog benadrukken, met daarbij ‘gebaren van waarheid en vergeving. Dat zal het niet zekerder, wel waarschijnlijker maken dat het vredesproces vooruitgaat. Hoe meer mensen vergeven, hoe dichter we bij vrede komen.’
Bron: mo.be