Vandaag is het 20 juli, de dag dat Colombia zijn onafhankelijkheid viert. Maar wat is er op die dag gebeurd? Je zult het misschien niet geloven maar het begon allemaal met een vaas. JairoBernal.com neemt je mee terug in het jaar 1810.
De eerste beweging voor onafhankelijkheid van Spanje, wat nu Colombia is, begon op 20 juli 1810. Op die dag ging een groep burgers (Criollos), die tegen de Spaanse onderdrukking waren, naar het huis van de Spaanse zakenman Don José González Llorente, onder het mom van het lenen van een vaas. Zij wilden de vaas lenen voor een diner om de Koninklijke Commissaris Antonio Villavicencio te eren, een nobele sympathisant van de Criollos. Deze gebeurtenis, zonder duidelijke betekenis, ontketende in een confrontatie tussen de Criollos en de Spanjaarden, die uiteindelijk eindigde in de onafhankelijkheid van Colombia.
Aan het zogeheten bloemenvaas incident in 1810 gaat nog een geschiedenis vooraf. In Nueva Granada (Colombia), regeerden de Spanjaarden met lokale overheden genaamd Juntas en Cabildos. In de raden van bestuur, die werden gehouden in de jaren voorafgaand aan 1810, werden de Criollos zeer slecht vertegenwoordigd – 36 Spaanse vertegenwoordigers op 9 Criollos. De Criollos waren zeer ontevreden. Ze voelden dat hun belangen niet genoeg vertegenwoordigd werd en bediscussieerden in het geheim het creëren van een onafhankelijke staat.
In deze vorm van protest vormden de Criollos al snel een geheime groep, ook wel Junta genoemd, waar een aantal prominente civiele autoriteiten en intellectuelen in zaten. Ze hielden hun bijeenkomsten eerst bij de leden in huis en vervolgens werd het verplaatst naar het sterrenkundig observatorium, waar Francisco José de Caldas het hoofd van was.
Tijdens de bijeenkomsten bedachten ze een plan om een tijdelijke openbare ordeverstoring uit te lokken om hun gevoel van onafhankelijkheid van de Spanjaarden te vergroten.
Ze kozen ervoor om hun plan op 20 juli uit te voeren omdat het die dag een marktdag was en het centrale plein vol met burgers zou zijn. Dit centrale plein is tegenwoordig bekend als Plaza de Bolivar in Bogota.
Op de afgesproken dag ging Luis Rubio naar de winkel van José González Llorente om te vragen of hij de bloemenvaas mocht lenen als decoratie voor het diner ter ere van Antonio Villavicencio. Llorente wees het verzoek af met de reden dat hij het vaker had uitgeleend en hierdoor de vaas schade had opgelopen en daardoor in waarde was gedaald
Op dat moment kwam “toevallig” Francisco José de Caldas in gezelschap van Antonio Morales. Ze begroetten Llorente en vervolgens legde Luis Rubio aan hen uit dat Llorente de vaas niet wilde lenen. Morales begon op het plein te schreeuwen dat Llorente slechte woorden had gebruikt richting Antonio Villavicencio en andere Criollos. Iets dat Llorente natuurlijk ontkende.
Ondertussen begonnen de andere leden van de groep zich te verspreiden over de drukke marktplaats en schreeuwden dingen als: “Zij beledigen de Amerikanen” “We willen onze eigen Junta!” “Weg met de regering!” “Laat de Bonapartes sterven!” etc. De mensen op de markt werden woedend. Indianen, mestiezen, creolen, arm en rijk begonnen stenen te gooien en maakten ramen kapot. De Spaanse onderkoning, het leger en de Spanjaarden begonnen zich zorgen te maken. De Criollos verklaarden een nieuwe regering “la Junta de Gobierno” om de Spaanse onderkoning te vervangen.
Dit was slechts het begin, een eerste stap naar de onafhankelijkheid van Colombia. Er waren daarna veel protesten, meer geweld en oorlog voordat Colombia onafhankelijk zou worden.
Het basisstuk van de vaas van Llorente.
Ben je in Bogotá ,vergeet dan niet het huis van Llorente aan het plein van Bolivar te bezichtigen.
