De werkloosheid blijft dalen in Colombia, de Nationale Administratieve Dienst (Deen) onthulde dat het cijfer voor juni op 9,3% stond, wat een daling van 1,9 procentpunten betekent ten opzichte van het cijfer voor dezelfde maand vorig jaar, toen het op 11,3% stond.

Volgens de DANE is deze indicator sinds juni 2019 niet meer onder de 10% geweest, toen hij 9,7% bedroeg.

Het werkloosheidspercentage voor het nationale totaal in juni 2023 was 11,6% voor vrouwen, terwijl dat voor mannen 7,7% was, met een genderkloof van 3,9 procentpunten.

DANE meldde ook dat voor de zesde maand van het jaar de bedrijfstakken die het meest bijdroegen aan de positieve variatie in de beroepsbevolking met 1,2 procentpunt,defensie, onderwijs en gezondheidszorg en wetenschappelijke, technische en administratieve dienstverlening waren.

De beroepsbevolking van het land bedroeg 23,0 miljoen mensen, wat een variatie van 4,7% betekent ten opzichte van de 22,0 miljoen werkenden in dezelfde maand in 2022 (statistisch significante variatie). Dertien steden en grootstedelijke gebieden droegen 3,1 procentpunt (p.p.) bij aan de nationale variatie; in dit domein was er een beroepsbevolking van 11,0 miljoen mensen, 677 duizend mensen meer vergeleken met juni 2022 (10,3 miljoen).

Per stad meldde DANE dat in het kwartaal april-juni Quibdó met 26,7 procent, gevolgd door Ibagué (16,1 procent) en Florencia (15 procent), de drie steden met de hoogste werkloosheid zijn. Bucaramanga (8,1%), Santa Marta (8,7%) en Medellín (9,2%) zijn daarentegen de steden met de laagste werkloosheidscijfers. Aan de andere kant waren Arauca, Quibdó en Mocoa in juni de steden met de hoogste werkloosheid met respectievelijk 30,7%, 27% en 25,4%.

Nicolás Petro aangehouden in het kader van een onderzoek naar geld dat hij tijdens de verkiezingscampagne van 2022 van drugshandelaren zou hebben ontvangen

De zoon van de Colombiaanse president is gearresteerd in het kader van een onderzoek naar witwaspraktijken in verband met geld dat hij zou hebben verzameld van veroordeelde drugshandelaren tijdens de verkiezingscampagne van vorig jaar.

De president, Gustavo Petro, een voormalige rebel die in de Colombiaanse politiek is opgeklommen als anti corruptie kruisvaarder, zei dat hij zich niet zou bemoeien met het onderzoek.

Petro zei in de vroege ochtend in een bericht op X (Twitter): “Als individu en vader doet het me pijn om zoveel zelfvernietiging te zien en een van mijn zonen naar de gevangenis te zien gaan.

“Als president van de republiek heb ik het hoofd van het openbaar ministerie verzekerd dat het alle garanties krijgt om volgens de wet te werk te gaan.”

De arrestatie van Nicolás Petro is een grote klap voor de regering, die wordt geteisterd door conservatieve aanvallen op hetzelfde moment dat ze worstelt om de tweepartijdige steun voor Colombia te behouden in de VS, een oude bondgenoot in de “oorlog tegen drugs” en de strijd tegen illegale gewapende groepen.

Het onderzoek komt voort uit verklaringen die de ex-vrouw van Nicolás Petro, Daysuris del Carmen Vásquez, dit jaar heeft afgelegd tegenover de lokale media Semana.

In het interview zei Vásquez dat ze aanwezig was bij vergaderingen toen haar man een donatie van meer dan 600 miljoen pesos (ongeveer 120.000 pond) regelde van een politicus die ooit in Washington was veroordeeld voor drugshandel en die de steun van de Petro-campagne zocht om zijn politieke carrière te hervatten.

Ze zei dat president Petro niet op de hoogte was van de transacties van zijn zoon en dat het geld dat hij in naam van zijn campagne verzamelde, werd bewaard in een kluis in het huis van het echtpaar in de kuststad Barranquilla.

Nicolás Petro heeft de beweringen van zijn ex-vrouw ontkend en zei dat ze ongegrond waren.

Het hoofd van het openbaar ministerie zei in een verklaring dat Nicolás Petro en zijn ex-vrouw op bevel van een rechtbank in Bogotá zaterdag rond 6 uur plaatselijke tijd in hechtenis waren genomen. De openbare aanklagers zouden om voorlopige hechtenis vragen zodra ze voor een rechter waren gebracht, terwijl het onderzoek naar de twee wegens het witwassen van geld werd uitgevoerd.

De Colombiaanse politie heeft eigendommen en bankrekeningen in beslag genomen ter waarde van 1,3 biljoen pesos (329 miljoen dollar), opbrengsten van de verkoop en export van gestolen ruwe olie, zeiden ambtenaren donderdag.

De nationale politie en Interpol hebben sinds 2016 zeven onderzoeken uitgevoerd naar de diefstal en smokkel van olie door vier criminele organisaties, aldus een verklaring van de politie. De onderneming slaagde erin om 975.000 vaten ruwe olie te exporteren tussen 2020 en 2021, aldus de verklaring.

Elke dag worden duizenden vaten olie gestolen uit de pijpleidingen van Colombia, vaak door criminele bendes die het raffineren tot een illegale brandstof die bekend staat als pategrillo voor gebruik bij het maken van cocaïne of het aandrijven van machines in illegale mijnbouw. De praktijk van het perforeren van pijpleidingen en het opslaan van olie in plassen in de jungle is een grote milieuramp.

“Er zijn zakenlieden en technici bij betrokken en het Nationale Bevrijdingsleger (ELN) is duidelijk gelinkt aan zijn illegale activiteiten van diefstal van koolwaterstoffen en aanvallen op de Cano Limon-Covenas pijplijn,” zei onafhankelijk energieanalist Katherine Casas, verwijzend naar een rebellengroep die regelmatig pijplijnen bombardeert.

De politie nam eerder deze week huizen, appartementen, boten, voertuigen en vier raffinaderijen in beslag, evenals 17 bankrekeningen – Colombiaanse en internationale – met een waarde van 20,3 miljard pesos (5,14 miljoen dollar).

Om de gestolen olie te verkopen, vermengden criminele groepen het met legaal gekochte ruwe olie zodat het via dekmantelbedrijven geëxporteerd kon worden, aldus de politie.

Het Colombiaanse staatsoliebedrijf Ecopetrol was het grootste slachtoffer van het plan, dat het bedrijf 60 miljard pesos kostte, voegde de politie eraan toe.

“Van 2013 tot 2023 zijn er 9.925 illegale afsluiters verwijderd uit de transportsystemen van de Ecopetrol Group”, zei het bedrijf in een verklaring, eraan toevoegend dat het samenwerkte met de overheid en veiligheidstroepen om de illegale activiteiten aan te pakken.

De bendes stalen ruwe olie uit de Cano Limon-Covenas pijplijn in Colombia die parallel loopt aan de grens met Venezuela. Het werd elders verwerkt voordat het nationaal werd verkocht of naar de havenstad Buenaventura in de Stille Oceaan werd gesmokkeld en geëxporteerd.

Bovendien werden “grote hoeveelheden” lichte Venezolaanse ruwe olie Colombia binnengebracht voordat ze werden gemengd met Colombiaanse olie en geëxporteerd via de Cano Limon-Covenas pijplijn, aldus de verklaring.

De Colombiaanse staatsluchtvaartmaatschappij Satena zal 80 miljoen dollar investeren om haar vloot uit te breiden en te moderniseren, met plannen om korte- en middellangeafstandsvliegtuigen aan te schaffen die kunnen landen op kleinere luchthavens die niet toegankelijk zijn voor grotere vliegtuigen, aldus de baas van de luchtvaartmaatschappij.

Satena is van plan om acht nieuwe tweemotorige vliegtuigen aan te schaffen die 19 passagiers kunnen vervoeren, zei generaal Oscar Zuluaga, de hoge luchtmachtfunctionaris die de luchtvaartmaatschappij leidt.

“De kapitalisatie wordt geschat op 80 miljoen dollar,” zei Zuluaga woensdagmiddag aan de pers, eraan toevoegend dat de aankopen “ons een grotere mobiliteit zullen geven, groei zullen genereren en bovenal hoop zullen brengen in de meest afgelegen regio’s.”

Satena leed vorig jaar een verlies van 2 miljard pesos ($506.000), zei Zuluaga, en voegde eraan toe dat de luchtvaartmaatschappij hoopt op korte termijn de kosten te kunnen dekken, ondanks de problemen in de luchtvaartsector.

De luchtvaartmaatschappij, die in maart begon met een internationale route naar de Venezolaanse hoofdstad Caracas vanuit Bogota in Colombia, wil het aantal passagiers in 2023 met ongeveer 200.000 laten groeien tot 1,2 miljoen ten opzichte van vorig jaar.

Satena is ook op zoek naar vliegtuigen met 48 stoelen om te blijven uitbreiden naar nieuwe routes en markten om de duurzaamheid van het bedrijf te garanderen, aldus de generaal.

Meer internationale routes zouden Satena zelfs naar steden in buurlanden als Brazilië, Peru en Ecuador kunnen brengen, voegde Zuluaga eraan toe.

President Gustavo Petro zal Omar Andres Camacho benoemen tot nieuwe minister van Mijnbouw en Energie, na het aftreden van voormalig minister Irene Velez vorige week.

Camacho staat voor de uitdaging om het doel van Petro te realiseren, namelijk Colombia loskoppelen van de olieproductie en -export, een belangrijke bron van inkomsten voor het land en tevens zorgt voor frictie tussen de regering en de industrie.

Camacho werd al eerder genoemd als de volgende in de rij om het Nationaal Agentschap voor Koolwaterstoffen over te nemen.

Velez is afgetreden nadat twee staatsagentschappen een onderzoek tegen haar hadden geopend in verband met beschuldigingen dat ze zou hebben gemanipuleerd met haar invloed. Ze heeft gezegd dat ze zal reageren op de autoriteiten als dat nodig is.

De echtgenoot van Velez, Sjoerd van Grootheest, een Nederlandse documentairemaker, ontving van het ministerie een subsidie van 129 miljoen pesos (ongeveer 36.000 euro) voor een communicatieproject. Bij die toekenning zou Velez volgens haar politieke tegenstanders betrokken zijn geweest, direct of indirect. Belangenverstrengeling dus, roepen critici.

Minister Velez ontkent dit met klem, maar maakte vorige week woensdag via Twitter haar ontslag bekend. ‘Ik besluit af te treden als minister om te voorkomen dat de onderzoeken tegen mij de uitvoering van het regeringsprogramma verstoren’, meldde ze. ‘Ik wil president Gustavo Petro bedanken voor zijn vertrouwen, waardoor ik een historisch etnocentrische en patriarchale sector kon leiden.’

Voor de nieuwe minister is het nu een zaak om het stokje van Velez over te nemen en een energietransitie in het land door te voeren.

In mei bedroeg de nationale olieproductie van Colombia gemiddeld 773.789 vaten per dag (bpd), volgens officiële cijfers. Ecopetrol, dat voor het grootste deel in handen is van de staat, produceert het leeuwendeel van de Colombiaanse olie en is het grootste bedrijf van het land.

Petro heeft ook steun gezocht voor traditionele, ambachtelijke mijnwerkers in plaats van grootschalige producenten, met name in de goudindustrie, en heeft eerder steenkool naast olie aangevallen als vergif.

Minstens negen mensen zijn omgekomen en 30 anderen zijn gewond geraakt bij een busongeluk in het noordelijke departement Santander.

Het Colombiaanse agentschap voor burgerbescherming meldde dat het ongeluk zaterdag plaatsvond in de buurt van de stad El Playon, ongeveer 340 kilometer ten noorden van Bogota.

De bus van Expreso Brasilia raakte ‘s ochtends vroeg nabij de gemeente El Playón af van de weg en stortte langs een helling naar beneden. De bus was onderweg van de stad Cúcuta, aan de grens met Venezuela, naar Valledupar. De busmaatschappij zei in een verklaring dat de oorzaak van het ongeluk aanvankelijk onbekend was en onderzocht werd.

Aan boord zouden volgens Colombiaanse media die zich beroepen op de burgemeester van El Playón, Wilmer Barrios, Venezolaanse migranten hebben gezeten. Zij zouden op weg zijn geweest om te emigreren naar de Verenigde Staten, zo’n 5.000 kilometer verderop.

Lina Margarita Huari, algemeen directeur van het Nationaal Agentschap voor Verkeersveiligheid, bevestigde dat de documenten van het voertuig in orde waren en dat er een onderzoek wordt ingesteld om de oorzaak van het ongeval vast te stellen.

Zesentwintig lichamen zijn gevonden na de modderstroom in de stad Quetame, in het centrale Colombiaanse departement Cundinamarca, aldus de autoriteiten vrijdag.

“De zoektocht naar de vermiste personen eindigt voor vandaag. Vandaag hebben we nog vijf lichamen gevonden voor een totaal van 26. Morgen hebben we de taak om de drie mensen te vinden die nog steeds vermist zijn,” zei gouverneur Nicolás García van Cundinamarca in zijn update over het incident van dinsdag.

Vrijdag werden meer dan 100 families in Quetame, die tussen de rivieren Negro en Contador woonden, geëvacueerd vanwege het risico op nog een mogelijke aardverschuiving.

Het reddingswerk ging vrijdag de hele dag door, onder slechte weersomstandigheden, in het gebied waar de mensen vastzaten na de overstroming van twee stromen, veroorzaakt door hevige regenval, bij zonsopgang op dinsdag die een deel van het dorp Naranjal op het platteland van Quetame verwoestte.

Volgens gegevens van het burgemeesterskantoor van Quetame, dat behoort tot het departement Cundinamarca, staan er 20 huizen onder de modder, die ook een brug verwoestte, waardoor de snelweg die Bogotá verbindt met Villavicencio, hoofdstad van het departement Meta en een van de belangrijkste landbouwgebieden van het land, werd afgesloten.

President Gustavo Petro hield vrijdag de situatie in het gebied in de gaten, waar de kans op nieuwe incidenten toeneemt door de aanhoudende regen.

Ondertussen proberen de autoriteiten de communicatie in het gebied te herstellen.

“De structuur van de eerste van de twee modulaire bruggen die geïnstalleerd gaan worden om de weg naar Llano te herstellen is al aangekomen in de gemeente,” meldde de gouverneur, die hoopte dat de installatie zondag zal beginnen om de verkeersstroom te kunnen herstellen.