Bogotá is donderdagmiddag opgeschrikt door een flinke aardbeving. Volgens de Colombiaanse seismologische dienst SGC had die een kracht van 6,1. Later volgde nog een schok met een kracht van 5,6. Toen stonden al veel mensen buiten op straat, die na de eerste trillingen hun huizen en kantoren waren ontvlucht.

De aardbeving werd ook gevoeld in andere grote steden zoals Medellín en Cali.

Het epicentrum van de aardbeving bevond zich in El Calvario, een stadje op 40 kilometer ten zuidwesten van Bogota, en op een diepte van 30 kilometer. Een tiental minuten later was er ook nog een nabeving.

Volgens de autoriteiten is er een persoon omgekomen en is er geen sprake van grote materiële schade. Volgens burgemeester Claudia López is er een mevrouw omgekomen die in paniek van de tiende verdieping sprong. “We betreuren ten zeerste het enige ernstige incident dat is gemeld: een vrouw gooide zichzelf van de 10e verdieping van een woongebouw in Madelena, blijkbaar door zenuwen. We begeleiden degenen die met haar in het huis waren met medische teams,” zei Lopez.

Het Colombiaanse Geologische Dienst meldde dat het centrum van het land donderdagavond om 20:15 uur opnieuw is opgeschrikt door een sterke seismische beweging, dit keer met een kracht van 5,1, met als epicentrum de gemeente Restrepo, Meta

President Gustavo Petro kondigde woensdag aan dat hij opnieuw wil onderhandelen over een vrijhandelsakkoord dat Colombia heeft met de Verenigde Staten, de belangrijkste bestemming voor de Colombiaanse export.

In een ontmoeting met koffietelers zei Petro dat het verdrag dat al 11 jaar van kracht is Colombia verbiedt om lokale maïsrassen te verbouwen en het in plaats daarvan verplicht om alleen rassen te verbouwen die in de VS en Canada worden geproduceerd.

“Ik wil publiekelijk aankondigen dat de heronderhandelingen beginnen,” zei Petro, die een staande ovatie kreeg tijdens de bijeenkomst in de zuidelijke stad Pitalito. Hij gaf geen details.

Tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen in 2022 die hem aan de macht brachten, kondigde Petro aan dat hij het vrijhandelsakkoord met de Verenigde Staten wilde wijzigen om de Colombiaanse landbouw te beschermen tegen wat hij goedkope Amerikaanse import noemde.

“We importeren bijna al onze maïs uit de Verenigde Staten en Canada. Als ik die maïs zou vervangen door Colombiaanse maïs, zou ik 1,2 miljoen banen meer creëren. Met andere woorden, rijkdom,” zei Petro.

Critici van Petro waarschuwden dat het opleggen van nieuwe importheffingen de VS zou aanzetten tot een reactie van gelijke strekking en de Colombiaanse economie zou schaden.

Het bilaterale handelsakkoord dat in 2012 werd ondertekend, maakte de Verenigde Staten de belangrijkste afnemer van de Colombiaanse export van goederen en diensten en een van de belangrijkste investeerders in het land, aldus het ministerie van Handel.

Terwijl de meeste Zuid-Amerikaanse landen nu meer zaken doen met China, blijven de VS voor Colombia de belangrijkste handelspartner. Colombia exporteert voornamelijk olie, steenkool en andere mijnbouwproducten.

Petro bezocht het Witte Huis pas in april, waar hij president Joe Biden om meer militaire hulp vroeg om de cocaïnesmokkel te bestrijden.

De oppositie orginiseert vandaag in Bogotá een protestmars tegen het beleid van president Petro.

De congresleden Miguel Uribe Turbay, Paloma Valencia, María Fernanda Cabal en voormalig presidentskandidaat Enrique Gómez hebben iedereen die zich niet vereenzelvigd voelt met de regering van Gustavo Petro opgeroepen om op woensdag de straat op te gaan in Bogotá.

Colombiaanse legerreservisten, zakenmensen, burgerbewegingen en gewone burgers zullen zich bij de demonstraties aansluiten. Ze zullen oproepen tot het aftreden of impeachment van president Petro.

De redenen voor het protest zijn onder andere het Armando Benedetti schandaal, de arbeids-, pensioen- en gezondheidshervormingen; meer recent de verklaringen van Nicolás Petro, de zoon van de president, over vermeend zwart geld dat in de campagne van zijn vader zou zijn gestoken; en de dood van drie politieagenten in het departement Cauca, zijn de belangrijkste redenen voor de mars.

De oppositie wijst ook op de toenemende en ernstige veiligheidssituatie in het land als voldoende reden om hun stem te verheffen tegen de president.

De president legde deze verklaring af tijdens een bijeenkomst van de Veiligheidsraad in Popayán.

De Veiligheidsraad van Cauca, geleid door president Gustavo Petro, in gezelschap van de militaire leiding, de minister van Defensie en de minister van Binnenlandse Zaken, kwam tot een conclusie na de gewelddadige gebeurtenissen waarbij vier politieagenten werden vermoord en een beroepsmilitair werd ontvoerd.

Een van de conclusies was dat de president een plan aankondigde om de illegale economieën die geweld genereren, vooral in de cocaproducerende gebieden van Cauca, te vervangen door overheidsgeld, in economieën waar koffie wordt verbouwd.

“Het Nationale Leger zal de centrale as zijn van deze vervanging en de steun van de boerenstand, sociale bewegingen, inheemse volkeren en Afro-Colombianen wordt verwacht,” zei de president.De president legde deze verklaring af tijdens een bijeenkomst van de Veiligheidsraad in Popayán.

Hij voegde eraan toe dat het geweld in Cauca een economische basis heeft, en als de gewelddadigheden worden vervangen, zullen ze geleidelijk ophouden.

“De rol van de veiligheidstroepen vanaf vandaag zal zijn om de illegale land- en watereconomieën in het departement lam te leggen en de burgers die er nog steeds afhankelijk van zijn in staat te stellen om met de steun van de regering over te gaan op legaliteit,” zei hij.

Hij zei ook dat het aantal politieagenten in de meest kritieke gemeenten zal worden verhoogd, evenals de begeleiding van legertroepen om de veiligheid te waarborgen.

Al deze geüniformeerde officieren zullen getraind en professioneel zijn en er zullen niet langer soldaten en politieagenten van middelbare scholen in deze gebieden zijn. Met de aanwezigheid van nieuwe geüniformeerde troepen wordt een effectievere reactie verwacht.

De president wees er in Cauca op dat bij de onderhandelingen met de gewapende groepen rekening moet worden gehouden met het feit dat voor een staakt-het-vuren een staakt-het-vuren tegen de burgerbevolking wordt nagestreefd.

“Een vredesakkoord is in feite het beëindigen van de vijandigheid tegen de burgerbevolking en het accepteren van de overgang van illegale naar legale economieën. Zelfs de huidige strijders kunnen deel uitmaken van deze verandering om in vrede en rust te leven,” benadrukte president Gustavo Petro.

De delegatie van het ELN is zondag aangekomen in Caracas, de hoofdstad van Venezuela, om de vredesonderhandelingen met de Colombiaanse regering voort te zetten, die de afgelopen dagen zijn geschokt door een vermeend plan om de procureur-generaal, Francisco Barbosa, te vermoorden.

De “ELN-delegatie is al in Caracas om de vierde cyclus van de besprekingen te beginnen”, zeiden de linkse guerrillastrijders, die het mausoleum van de bevrijder Simón Bolívar bezochten om eer te bewijzen, op het sociale netwerk Twitter, nu X.

Vertegenwoordigers van de Colombiaanse regering arriveerden zaterdag in de Venezolaanse hoofdstad, volgens senator Iván Cepeda, lid van de onderhandelingstafel die in november vorig jaar ook in Venezuela begon.

De partijen gaven geen details over de agenda die in deze nieuwe cyclus zal worden besproken, hoewel Cepeda in een video van zijn persteam zei dat deze “cyclus zonder twijfel een nieuwe ontwikkeling zal zijn, vooral op het gebied van participatie en staakt-het-vuren”.

“We hopen naar het land te komen met nieuwe overeenkomsten die dit belangrijke vredesproces verder ontwikkelen,” zei hij in de video voordat hij aan boord ging van het vliegtuig naar Caracas.

Tijdens de laatste onderhandelingsronde in Havana kwamen de partijen een bilateraal staakt-het-vuren overeen voor een periode van zes maanden, dat op 3 augustus van kracht werd.

Op dezelfde dag hield de Colombiaanse president Gustavo Petro een ongekende ontmoeting in Bogotá met de hoofdonderhandelaars van het ELN.

Een week later werden de besprekingen ontsierd door een klacht van het Openbaar Ministerie over een vermeend moordcomplot door de guerrillastrijders tegen het hoofd van het Openbaar Ministerie.

De ELN-delegatie ontkende de beschuldiging en zei dat het om sabotage van de gesprekken ging.

De Colombiaanse regering vroeg om opheldering van de klacht en minister van Buitenlandse Zaken Álvaro Leyva suggereerde zelf dat het om een samenzwering tegen de onderhandelingen zou kunnen gaan.

De strijdkrachten onderzoeken zes mogelijke schendingen van de wapenstilstand door het ELN.

Het ELN is na de ontwapening van de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC, marxistisch) guerrilla in 2017 de langstdurende linkse organisatie die de wapens heeft opgenomen in Amerika.

President Petro praat ook met dissidenten van de FARC die de wapens niet hebben neergelegd of weer hebben opgenomen, en met andere paramilitaire groepen en bendes die misdaden blijven plegen.

Drie politieagenten werden gedood tijdens de aanval op een patrouille in de gemeente Morales in het departement Cauca. De verantwoordelijken stalen de wapens en mobiele telefoons van de agenten.

Bij de actie raakte een vierde politieagent gewond en werd naar een medisch centrum in de stad Popayán gestuurd.

De FARC-dissidenten van het Jaime Martínez-front hebben de verantwoordelijkheid opgeëist voor de moord op de drie politieagenten.

Via een video onthulde de illegale gewapende groepering alle gestolen spullen, waaronder twee geweren, pistolen, vesten en minutie. 

De burgemeester van Morales, Víctor Félix Sabogal, verklaarde dat “we ons aansluiten bij het verdriet van de families en dat we blijven streven naar totale vrede om bij te dragen aan het beëindigen van de affectaties die het gewapende conflict op ons grondgebied heeft veroorzaakt”.

De gewelddadige actie leidde tot harde uitspraken van politici uit de regio en het land in het algemeen. De afgevaardigde in de Kamer van Afgevaardigden en ex-gouverneur van Cauca, Óscar Campo, zei dat “het één ding is om vrede te willen en vredesinitiatieven te steunen, maar het is iets heel anders om de spot te drijven met een vredesakkoord. Hoeveel pijn moeten we week na week doorstaan in ons departement, geweld is tegen het leven”.

De lichamen van de vermoorde agenten werden naar Medicina Legal in de stad Cali gebracht. Twee van hen kwamen uit het departement Valle del Cauca en de andere uit de stad Barranquilla.

De zes verdachten die zijn aangehouden voor de moordaanslag op Ecuadoraanse presidentskandidaat Fernando Villavicencio komen uit Colombia. De Ecuadoraanse politie heeft dat bevestigd. Villavicencio werd vandaag doodgeschoten tijdens een campagnebijeenkomst in de hoofdstad Quito.

Bij de zes vermoedelijke daders gaat het om personen uit het milieu van de georganiseerde criminaliteit, verklaarde minister van Binnenlandse Zaken Juan Zapata. Er zijn onder meer pistolen, granaten en een machinegeweer in beslag genomen. Zapata sprak over een ‘politieke misdaad met terroristische trekken’ en over een poging de komende verkiezingen te saboteren. Een zevende verdachte die woensdag bezweek aan verwondingen die hij had opgelopen tijdens een vuurgevecht met de politie, was ook Colombiaans.

De 59-jarige Villavicencio werd woensdag driemaal in het hoofd geschoten in de hoofdstad Quito na een verkiezingsbijeenkomst. De voormalige journalist, die volgens recente peilingen op ongeveer 7,5 procent van de stemmen kon rekenen, voerde onder meer campagne met het plan om met particuliere investeringen in de landbouw banen te creëren. Hij stond er ook bekend om zich fel uit te spreken tegen de georganiseerde misdaad. Dat maakte hem niet geliefd bij drugskartels. 

Over tien dagen zijn er verkiezingen in het Zuid-Amerikaanse land. De vijftiger was een van in totaal acht presidentskandidaten.

De leider van de beruchte Colombiaanse drugsbende Clan del Golfo, Dairo Antonio Usuga is in de Verenigde Staten veroordeeld tot 45 jaar cel. Usuga, ook bekend onder de naam Otoniel, was vorig jaar door Colombia uitgeleverd aan de VS.

De bevoegde rechter in New York achtte het dinsdag als bewezen dat de leider van de Clan del Golfo grote hoeveelheden cocaïne naar de VS smokkelde. Hij kreeg ook een boete van 216 miljoen dollar, omgerekend zo’n 196 miljoen euro.

Usuga (51) pleitte eerder dit jaar schuldig aan drugshandel. Aanklagers beschreven hem als de “gewelddadigste en belangrijkste Colombiaanse drugshandelaar sinds Escobar” en beschuldigden hem en zijn bende ervan tussen 2003 en 2012 minstens 73 ton cocaïne de Verenigde Staten binnen te hebben gesmokkeld.

Otoniel maakte in de rechtbank excuses aan zijn slachtoffers en aan de Colombiaanse en Amerikaanse overheden. „Ik adviseer het volk en de jeugd van Colombia om niet de weg in te slaan die ik ben ingeslagen”, zei hij. De spijtbetuiging hielp niet om de gevangenisstraf in de buurt te krijgen van de 25 jaar waar de verdediging om had gevraagd.

Een klopjacht van meer dan tien jaar, waarin de Verenigde Staten 5 miljoen dollar (4,6 miljoen euro) voor Otoniel uitloofden, eindigde twee jaar geleden met zijn arrestatie in een zwaarbeveiligde basis in de oerwouden van Colombia. Daar kwamen volgens autoriteiten vijfhonderd militairen aan te pas. De toenmalige Colombiaanse president Iván Duque noemde de vangst „de grootste klap voor de drugshandel in deze eeuw”.

Otoniel leidde de Clan del Golfo tussen 2003 en 2021 en maakte er de machtigste misdaadorganisatie van Colombia van. De bende rekruteert vooral onder voormalige rechtse paramilitairen en zou ongeveer 6.000 leden tellen. Behalve drugshandel houdt de clan zich bezig met illegale mijnbouw en afpersing. De bende is ook verantwoordelijk voor talrijke moorden en deportaties.