Het Mónaco gebouw in Medellín dat eigendom was van drugsbaron Pablo Escobar wordt afgebroken, dat maakte Federico Gutiérrez, de burgemeester van Medellín woensdag bekend.

Het Mónaco gebouw gelegen in de exclusieve wijk El Poblado in Medellin, zal worden afgebroken en vervangen worden door de aanleg van een park ter nagedachtenis van de slachtoffers van de bloedige drugsoorlog die meer dan 5000 doden heeft veroorzaakt tussen 1989 en 1993 (De hausse van het Medellín kartel).

“Het Mónaco gebouw wordt afgebroken. Ik ben ervan overtuigd dat alle symbolen van de illegaliteit in Medellín uit het stadsbeeld moeten verdwijnen”, zei Gutiérrez. De burgemeester nam samen met minister van Defensie Luis Carlos Villegas en minister van Justitie Enrique Gil de eerste hamerslagen voor de afbraak van het pand voor hun rekening. “De val van Monaco is een symbool dat, na vele jaren van strijd, het kwaad overwint”, zei Gutiérrez. Hij voegde er aan toe dat het plan is om daar een park te creëren als eerbetoon aan de slachtoffers die omgekomen zijn in de bloedige periode dat het Medellín kartel de stad in zijn greep had.

Pablo Escobar en zijn Medellín kartel overheersten in de jaren tachtig de internationale cocaïnehandel en waren verantwoordelijk voor de dood van meer dan 5000 mensen. In de strijd om meer (politieke) macht verklaarde hij de Colombiaanse regering de oorlog. In 1993 werd Escobar opgespoord door de politie en werd tijdens een ontsnappingspoging via het dak doodgeschoten.

El Edificio Mónaco será demolido. Aquí construiremos un memorial en honor a las víctimas de Pablo Escobar. En vivo https://t.co/Ny4J4zhMXi… pic.twitter.com/JqqFIST5nJ

— Federico Gutiérrez (@FicoGutierrez) 4 april 2018

Vermeende rebellen van de guerrillabeweging ELN hebben vier mensen ontvoerd dichtbij de grens van Venezuela. Dit grensgebied wordt gekenmerkt door recente botsingen tussen de guerrillagroep en drughandelaren, wordt gemarkeerd, aldus de Colombiaanse politie.

Vier mensen in kleding van het Nationale Bevrijdingsleger (ELN) ontvoerden maandag twee mensen uit hun voertuig dichtbij Teorama in het departement van Norte de Santander, vertelde een woordvoerder van de elitegroep Gaula, die gespecialiseerd is in gijzelingssituaties.

Later werden ook een voormalige burgemeesterskandidaat uit Teorama en een andere man die probeerde te bemiddelen bij hun vrijlating gegijzeld.

De ontvoerders droegen zware wapens en “identificeerden zich als leden van de ELN,” zei de woordvoerder aan de pers.

De autoriteiten zeggen dat de ontvoeringen het gevolg is van gevechten tussen ELN en de guerrillagroep Popular Liberation Army (EPL).  Laatstgenoemde zijn leden van een maoïstische rebellenbeweging die volgens de Colombiaanse overheid in werkelijkheid de criminele bende Los Pelusos zijn.

Het conflict gaat over drugsroutes, aangezien Norte de Santander een belangrijke cocaproducerende regio is nabij de Venezolaanse grens.

Vorige maand zijn de vredesbesprekingen tussen de regering van president Juan Manuel Santos en de leiding van de ELN in de Ecuadoraanse hoofdstad Quito hervat.

Bij botsingen tussen ELN en de vermeende EPL-leden zijn volgens het VN-Bureau voor de coördinatie van humanitaire zaken (OCHA) echter ten minste zes mensen om het leven gekomen en zijn ongeveer 2500 mensen uit hun huizen gevlucht.

De kersverse Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, brengt morgen een bezoek aan Colombia om onder andere te spreken over de bilaterale relatie met Colombia.

De minister vloog maandag naar naar de Caribische delen van het Koninkrijk. Daar bezocht hij de landen Sint Maarten, Aruba en Curaçao. Op de agenda stond onder andere de zorgelijke ontwikkelingen in buurland Venezuela. In Venezuela is er sprake van een instabiele situatie waarvan als gevolg veel mensen naar buurlanden vertrekken waaronder de Caribische delen van het Koninkrijk en Colombia.

Op 5 april reist minister Blok door naar Colombia. Hij zal daar onder andere een ontmoeting hebben met zijn Colombiaanse collega Maria Angela Holguin (minister van Buitenlandse Zaken). Met haar zal hij spreken over de bilaterale relatie met Colombia, het vredesproces en de Nederlandse bijdrage daaraan. Tevens zal worden gesproken over de situatie in Venezuela en de vluchtelingenstroom in Colombia. Vervolgens reist de minister naar een van de re-integratie zones van de FARC in het noorden van het land om met eigen ogen te zien hoe de afspraken van het vredesakkoord worden uitgevoerd.

Het olielek, dat een maand geleden ontstond en in het noorden van Colombia in de rivieren Lizama en Sogamoso tot een grote milieucrisis leidde, is eindelijk onder controle. Dat maakte oliebedrijf Ecopetrol bekend en zegt dat het lek is gevonden.

Felipe Bayón, CEO van Ecopetrol, kondigde aan dat het olielek in de buurt van de stad Barrancabermeja onder controle is, maar dat de noodtoestand en het interventieplan van kracht blijven zolang de definitieve dichtingswerken van het lek aan de gang zijn.

Een maand geleden ontstond er een olielek in de buurt van de stad Barrancabermeja in het departement Santander, waar de grootste olieraffinaderij van Colombia is gevestigd. Door het lek kwam er ongeveer 550 vaten olie in de aardbodem en in de rivieren Lizama en Sogamoso terecht. Het lek zorgde voor zoveel vervuiling in de omgeving dat er op 3 maart de noodtoestand werd uitgeroepen.

De olieramp bracht grote schade aan waterdieren en de vegetatie in en rondom de rivieren. Volgens milieuorganisaties zijn hierdoor in een maand tijd meer dan 2.400 dieren gestorven. Het gaat vooral om de dieren die in en rondom de rivieren leven. De meeste sterfte komen voor onder vissen, vogels en reptielen en daarnaast zijn er nog meer dan 1000 bomen beschadigd. Een tachtigtal mensen die op de oevers van de getroffen rivieren wonen, werden tijdelijk elders ondergebracht vanwege gezondheidsklachten.

De Colombiaanse minister voor Milieu, Luis Gilberto Murillo, heeft een onderzoek ingesteld om na te gaan in hoeverre Ecopetrol verantwoordelijk is voor de olieramp. Het oliebedrijf zelf heeft nog niet gecommuniceerd over de oorzaak van het lek.

Het aantal doden door verkeersongevallen tijdens de Goede Week in Colombia is opgelopen naar 120. Cundinamarca, Tolima, Antioquia, Córdoba en Valle del Cauca waren de departementen waar de meeste verkeersongevallen plaatsvonden met een dodelijke afloop.

De directeur van de Rijksdienst voor Verkeersveiligheid, Alejandro Maya, vond het een betreurenswaardige gebeurtenis dat 120 mensen omkwamen bij verkeersongevallen die zich tijdens Pasen op verschillende wegen in het land voordeden.

Hij erkende dat de departementen Cundinamarca (17 doden), Tolima, Antioquia en Córdoba (11 doden) en Valle del Cauca (9) het zwaarst door verkeersongevallen waren getroffen.

Maya zei, in gesprek met “6 AM Hoy por Hoy” van Caracol Radio, dat ongeveer negen ongevallen op de wegen van het land werden veroorzaakt door slechte weersomstandigheden.

“De grootste oorzaak van de verkeersongevallen was de inhaalbeweging op de tegenoverliggende rijstrook”, aldus de directeur van Rijksdienst voor Verkeersveiligheid.

Maya zei ook dat onvoldoende rijvaardigheid, het oversteken van de wegen en snelheidsovertredingen de oorzaken waren van verkeersongevallen in Colombia.

Ten slotte voegde hij er aan toe, dat het rijden onder invloed van alcohol is gedaald, maar nog steeds een van de punten van zorg is van de autoriteiten.

Minister Germán Cardona van Verkeer deelde mee dat het verkeer via de tolwegen met 30% is toegenomen en uitkomt op totaal 9,1 miljoen voertuigen. “Wat we konden vaststellen tijdens de paasweek, die op zondag 1 april eindigde, is dat meer Colombianen hebben genoten van een nieuwe infrastructuur, die hun reistijden heeft verkort. De verkeersdrukte op de tolwegen is toegenomen met 30%, wat overeenkomt met 2,6 miljoen meer voertuigen dan vorig jaar,” zei de minister van Verkeer.

“Wat ik wel moet betreuren, niet alleen als minister maar ook als Colombiaan, is dat 120 Colombianen zijn gestorven op de wegen van ons land”, zei de minister.

In 2017 waren er 120 doden ten opzichte van 147 in dezelfde periode vorig jaar. Er vond ook een daling plaats van gewonden door verkeersongevallen. In de Heilige Week waren er 549 gewonden terwijl er vorig jaar in dezelfde periode 1.515 gewonden waren, een daling van 65 procent.

Venezuela’s tekort aan voedsel en medicijnen heeft ook de aandacht getrokken van de katholieke religieuzen. De Katholieke Kerk van Colombia heeft voor de Heilige Week een donatie gedaan voor de Venezolanen die in een diepe crisis verkeren.

De Katholieke Kerk van Colombia heeft 250.000 hosties gedoneerd aan hun ambtsgenoten in Venezuela.

“Het is belangrijk om ook aan de behoeften te denken die het geloof raken als gevolg van de crisis”, zei het bisdom van Cúcuta, de grootste Colombiaanse stad aan de grens met Venezuela.

De schenking werd geleid door Monseigneur Víctor Manuel Ochoa, bisschop van het bisdom Cúcuta, op de internationale Simón Bolívar-brug, die beide naties verenigt.

De 250.000 hosties werden overgedragen aan de bisdommen van het Venezolaanse grensgebied.