Na een gecoördineerde operatie van de Colombiaanse politie werd Richar Arley Díaz Garay, alias Cóndor, het huidige hoofd van de georganiseerde gewapende groepering ‘Los Pelusos’, gevangengenomen.

President Duque maakte vandaag het nieuws bekend op zijn Twitteraccount. “Met de val van Cóndor, de topleider van Los Pelusos, bevestigen we opnieuw dat we hier geen enkele dag zullen rusten en dat we de confrontatie met alle kracht en met alle operationele capaciteit zullen blijven aangaan tegen elke vorm van misdaad die probeert de rechten van Colombianen aan te vallen,” zei president Iván Duque, verwijzend naar de gevangenneming van Díaz Garay in Santiago, Norte de Santander, die hij beschreef als “een crimineel van de ergste soort”, die betrokken is bij “meerdere moorden op sociale leiders”.

Aan het einde van de zitting van de Nationale Commissie voor Veiligheidsgaranties gaf de president aan dat de arrestatie van Condor een voorbeeld is van wat “de regering in deze maanden heeft bereikt, waarbij leiders als “Pacora”, “David”, “Orejas”, “Guacho” ook zijn gevallen”. Hij verklaarde dat de acties van de publieke macht tot de val heeft geleid van de leiders van Pachenca, Clan del Golfo, de dissidenten van de FARC, ELN en La Narcotalia. De president benadrukte ook dat Cóndor in verband  wordt gebracht met de moord op sociale leiders in het noordoosten van het land.

De Colombiaanse politie meldde dat Cóndor 385 leden onder zich had. De belangrijkste financieringsbron was onder meer drugshandel, ontvoeringen en afpersingen van mijnwerkers, transport- en handelsbedrijven.

Hij was verantwoordelijk voor gewelddadige acties tegen de openbare macht en de burgerbevolking, met als gevolg gedwongen ontheemding in de Catatumbo-regio, afpersing, ontvoering, smokkel en het onderhouden van een voortdurende gewapende confrontatie met de guerrillabeweging ELN.

Vandaag is de start van de bouw begonnen van de metro in Bogotá. Burgemeester Claudia López was dinsdagochtend samen met het Chinese consortium APCA Transmetro, die verantwoordelijk is voor de bouw van het metronetwerk, aanwezig bij de ceremonie.

Om 8:00 uur ’s ochtends startte de burgemeester van Bogotá officieel de bouw van de eerste metrolijn van de hoofdstad. López en APCA Transmetro ondertekende gezamenlijk de akte van de start van het megaproject dat rechtstreeks werd uitgezonden door de lokale televisie en via sociale netwerken.

“Vele jaren zijn verstreken, maar eindelijk is deze droom van Bogota werkelijkheid geworden. Er is geen ander bouwwerk waar men meer naar verlangt en de zielen van de mensen in Bogota meer opwindt dan de metro. De metro is veel meer dan een vervoersmiddel, het is vooral een symbool van eenheid, van gelijkheid, van transformatie van onze samenleving,” zei de burgemeester van de hoofdstad, Claudia López.

“Vanaf vandaag maakt de metro deel uit van ons leven. We zullen het daar zien voor de komende generaties, die ons eraan herinneren hoeveel we in staat zijn als we samenwerken,” zei Lopez.

Volgens het district van Bogotá zal de metro dit jaar en volgend jaar, 3.276 directe banen en 13.842 indirecte banen opleveren. “Op deze manier zal het bijdragen aan de economische reactivering van de stad,” zei López.

Het Chinese consortium bestaat uit de bedrijven China Harbour Engineering Company Limited en Xi’An Metro Company Limited. Beide bedrijven hebben deelgenomen aan de aanleg van de metro’s van onder andere Hong Kong, Singapore, Wuhan, Kuala Lumpur en Sydney.

“We hebben het over een project dat meer dan 20 biljoen peso’s (4,4 miljard euro) kost. Dit is het grootste infrastructuurproject dat ooit in het land is ontwikkeld. We willen dat Bogotá dit moderne, schone transport krijgt, dat ook verbinding maakt met verschillende knooppunten in de stad. De reactivering is een onstuitbare realiteit en dit werk zal een bijdrage leveren aan dit proces in het hele land”, zei president Iván Duque.

De bouw van het megaproject zal in drie fasen worden uitgevoerd. Het metronetwerk zal bestaan uit 16 stations voor maximaal 60 treinen die elk een capaciteit van 1.800 personen hebben. In 2027 moet het project klaar zijn voor testritten en zal het in 2028 gereed zijn voor commercieel gebruik.

De ongeveer 10.000 inheemse Colombianen die op weg waren naar de hoofdstad Bogotá voor een protest zijn zondag aangekomen. De burgemeester, Claudia López, ontving de inheemse volkeren en uitte haar kritiek op president voor het niet bereiken van een akkoord met de inheemse gemeenschappen.

Het protest van de inheemse bevolking, dat zij minga noemen, begon vorige week in Cali waar zij hoopten op een ontmoeting met de president. Nadat de president niet inging op het verzoek, besloten de inheemse volkeren door te reizen naar Bogotá om daar hun protest voort te zetten .

Een dag eerder dan gepland kwamen zij zondag aan in Bogotá in de hoop nu wel met de president in gesprek te kunnen gaan. Claudia López verwelkomde de groep en uitte felle kritiek richting het adres van de president vanwege het ontbreken van een overeenkomst en de weigering van de president, Iván Duque, om een ontmoeting te hebben met de vertegenwoordigers van de protestmars.

Tijdens de demonstraties in de stad zal de minga worden vergezeld door de leden van de co-existentie managers van Bogota”, legde de burgemeester uit, die vroeg “de sociale mobilisatie niet te stigmatiseren”.

Lopez heeft benadrukt dat “de minga in Bogota aankomt vanwege de onmogelijkheid van de nationale regering om rechtstreeks met hen in Cali te vergaderen en afspraken te maken over hun eisen en verzoeken”, dus “met alle respect”, heeft ze Duque gevraagd “om de conflicten met de burgers en de minga vreedzaam op te lossen”.

Diezelfde zondag heeft Duque de inheemse mobilisatie gewaarschuwd dat hij bereid is met alle gemeenschappen te discussiëren, zolang dit maar met legitieme middelen gebeurt en niet onder bedreiging of ultimatums.

De komst van de mars van bijna 10.000 inheemse mensen naar de hoofdstad heeft voor spanning gezorgd tussen de regering en de lokale autoriteiten, aangezien de eerste de logistiek op zich heeft genomen en de gezondheidsmaatregelen van de deelnemers heeft gewaarborgd.

De eisen van de inheemse bevolking is onder andere dat de regering de gemeenschapsleiders veiligheid garandeert om de moorden op hen te stoppen evenals het stoppen van de annexatie van hun grondgebied door rivaliserende bendes, de uitvoering van het vredesakkoord en het geweld in het algemeen dat het land heeft geschokt.

Het Colombiaanse ministerie van Volksgezondheid meldde zaterdag 7.017 nieuwe gevallen van het coronavirus in Colombia. Het totale aantal besmettingen komt daarmee op 952.371 te staan.

In het rapport van het ministerie staat ook dat het aantal sterfgevallen de laatste 24 uur met 187 is gestegen. Vandaag de dag zijn er in het land in totaal 28.803 doden gevallen sinds het virus in het land is aangekomen.

Colombia telt nu 952.371 besmettingen, waarvan 73.966 sprake is van actieve besmettingen en 847.467 positieve gevallen die de ziekte al hebben overwonnen.

Van de 73.966 actieve gevallen die Colombia heeft, zitten 56.452 thuis in quarantaine om uit te zieken, dat komt overeen met 76,32%. Aan de andere kant werden 15.557 patiënten in het ziekenhuis opgenomen (21,03%) en 1.958 werden opgenomen op een intensive care (2,65%).

Tot op heden is Bogotá de stad met de meeste gevallen. De hoofdstad bereikte het cijfer van 295.594 bevestigde besmettingen nadat 1.562 nieuwe gevallen werden bevestigd in het rapport van zaterdag. De departementen met de meeste besmettingen zijn Antioquia (141.427 gevallen), Valle del Cauca (73.099), Atlántico (69.557), Santander (37.190), Cundinamarca (34.300) en Bolívar (31.210.

Colombia is het zevende land met de meeste gevallen van het coronavirus ter wereld met voor zich de Verenigde Staten (8.343.244), India (7.494.551), Brazilië (5.224.362), Rusland (1.399.334), Spanje (982.723) en Argentinië (979.119). Wat betreft het aantal doden door COVID-19 staat Colombia op de elfde plek van de landen met de meeste slachtoffers door het virus. De lijst wordt aangevoerd door De Verenigde Staten (224.284 doden), Brazilië (153.690 doden) en India (114.064 doden).

De Colombiaanse luchtvaartmaatschappij Avianca bevestigt vluchten tussen Colombia en Spanje in de maanden oktober en november.

De luchtvaartmaatschappij zal de vluchten uitvoeren met de Boeing B787-8 Dreamliner die voor het vervoer een capaciteit heeft van 250 passagiers (28 business class en 222 economy class).

Avianca stelt passagiers in staat wijzigingen aan te brengen zonder een boete in rekening te brengen om de passagiers nog meer service te bieden. De luchtvaartmaatschappij bevestigt ook de vluchten tussen Madrid en Bogotá en kondigt op hun website de volgende data aan:

Van Madrid naar Bogotá:

16 oktober
20 oktober
27 oktober

3 november
10 november
17 november
24 november

Van Bogotá naar Madrid:

18 oktober
25 oktober

1 november
8 november
15 november
22 november

Auteur: Andrés Camilo Ledezma

De quarantaine mag dan wel al ruim een maand zijn opgeheven, normaal is het buiten nog altijd niet. De tapabocas, de mondmaskertjes, zijn inmiddels een vast onderdeel van het straatbeeld. En de mensen zijn nog altijd wat schichtig, tenminste een deel. Een ander deel, vooral jongeren, denkt nog altijd geen gevaar te lopen. Bij protestacties of feestjes is van afstand bewaren geen sprake. Ik kijk wel uit. Ik zei het al eerder, ik heb astma.

Ik ga inmiddels wel weer naar de heropende universiteit. Zoals gezegd, velen doen weer alsof het weer business as usual is. Ik ben echter bang dat de situatie weer gaat verslechteren en dat we allemaal weer naar binnen moeten. Dus ik koester elk uitstapje. Ik zal ook nooit van mijn leven meer mijn eerste uitstapje na het beëindigen van de quarantaine vergeten.
Ik kan de dag nog haarscherp beschrijven. Het is 1 september, een dinsdag. Mijn eerste dag weer ‘normaal’ buiten na vijf maanden. Tijdens de quarantaine kon ik mijn stad Cali alleen in op enkele vooraf door de gemeente vastgestelde dagen en uren. Een onverwachte regenbui verwelkomt me. Dit is eigenlijk de warmste periode van het jaar. Maar het maakt me niet uit. Ik ben allang blij dat ik weer eens buiten ben. Maar het is buiten niet zoals normaal, of in ieder geval niet zoals voorheen. De bar aan het einde van de straat is nu een fruitwinkeltje. Zoals vele andere bedrijfjes heeft het zich opnieuw moeten uitvinden om niet failliet te gaan of te sluiten. De simpele kapper van weleer lijkt nu wel een kapper voor vips, met een hekwerkje en een bewaker voor de deur. Je komt alleen binnen als je een afspraak hebt. Of op z’n Colombiaans, je moet de kapper goed kennen haha.

Ik heb afgesproken met mijn vriend Diego. Ik kan hem niet zoals gebruikelijk omarmen, met een schuchtere elleboogtik zeggen we hoi. Met mondmaskers op overleggen we wat we de komende dagen zouden kunnen ondernemen. We gaan graag naar de film maar de bioscopen blijven voorlopig gesloten. We kunnen naar de drive-in bioscoop, maar ja, dan moet je wel een auto hebben hè … zwembad? Ook nog gesloten. Het aantal café’s is geslonken, die wat overleefd hebben, schenken op last van de overheid geen alcohol. Niet dat alcohol nou per se moet, maar na vijf maanden quarantaine zou een cocktailtje wel lekker zijn. Blijft dus niet veel anders over dan een eettentje.

Een Italiaans restaurantje wordt het. Binnen eten gaat niet meer. Restaurants zijn tegenwoordig één groot terras buiten, de tafels staan meters uit elkaar. De bediening draagt handschoenen en maskers. Een onbehaaglijk gevoel. Ik vraag me af of ik dadelijk pizza geserveerd krijg of een portie corona.
Het is een beetje gehannes. De mondmaskertjes wat omlaag om in de pizza te kunnen bijten. Lukt natuurlijk niet zonder dat er wat smurrie op blijft hangen. Maar ik krijg tenminste lucht, wat een verademing. Even vergeet ik het virus en geniet. Voor het naar huis gaan nog even de handen desinfecteren met antibacteriële gel.

Goed nieuws als ik thuiskom. Een bericht van de universiteit dat ze weer opengaan. Wat een opluchting. Het virtuele studeren was een ramp. Ik woon in een zeer eenvoudige wijk. Daar is het internet standaard knudde. Op de tijden dat er internet was, ging natuurlijk de hele wijk online. Dat helpt niet. Daardoor miste ik nogal wat virtuele lessen of viel laat binnen.
De stemming thuis is uitgelaten. Iedereen is vrolijk, lachend wordt bedacht wat ze deze week zullen gaan doen. Ze gaan wel de bingo en andere parchis spelletjes missen die we hebben gespeeld, onze manier om tijd met elkaar door te brengen om niet in de depressie te vallen die door continue opsluiting dreigt.

Tijdens het avondeten heeft mijn familie een moment van nostalgie en reflectie. Ze maken een opsomming van wie er sinds de quarantaine niet meer is in onze buurt: buren die gestorven zijn aan het virus, anderen die naar hun geboortedorpjes gevlucht zijn om besmetting te voorkomen. Sommigen werden overmeesterd door depressie en angst. Zoals de zoon van de bakker, die in zijn slaapkamer volkomen doordraaide. Of die mevrouw die uit het raam van het ziekenhuis sprong nadat het virus bij haar was geconstateerd. Er is amper iemand die niet geleden heeft. Als het al niet is door het virus zelf, dan door het verlies van werk of zaak, onderbreking van studie. Het is voor velen een nachtmerrie geweest. Wij hebben nog geluk gehad, geen zieken thuis en beperkte economische schade. Alleen mijn studie is wat op de lange baan geschoven.

Ik ga vroeg naar bed na mijn eerste uitje sinds lange tijd. Ik mijmer. Dat we niet moeten vergeten. Integendeel, we moeten bewust blijven ervan hoe zwak we zijn als maatschappij tegen een tegenstander als het coronavirus. De mensen zijn de belangrijkste bouwstenen voor de wederopbouw. De solidariteit onder mensen heeft ervoor gezorgd dat velen in leven en helder van geest zijn gebleven tijdens de quarantaine. Die solidariteit hebben we ook nodig tijdens de reactivering. De overheid zal een grote inspanning moeten leveren, maar bovenal de burgers en organisaties om hun hulpnetwerken te laten bestaan voor degenen die door de pandemie hun bron van inkomsten zagen opdrogen door het verlies van werk of bedrijf. Families, zo belangrijk in de Latinocultuur, zullen een fundamentele rol spelen, veel meer dan in andere culturen. Wie latino’s kent, weet dat de familiekring bestaat uit ouders, kinderen, grootouders, ooms en tantes, neven en nichten, zelfs buren. Als één of meerderen uit die kring in nood verkeren, is er altijd wel iemand anders die de helpende hand uitsteekt. Colombiaanse families zijn zo breed als hun glimlach, die ook niet vervagen als er eens wat onenigheid is. En Colombiaanse families zijn zo warm als hun harten. Met een hoopvolle glimlach en barmhartigheid in onze harten zullen we ons land weer opbouwen.

De VN-afgezant voor Colombia riep woensdag op tot een betere bescherming van voormalige strijders die nog steeds “in alarmerende aantallen” worden gedood, en benadrukte over het toenemend geweld en de moordpartijen door andere groepen die sinds het vredesakkoord van 2016 zijn opgedoken.

VN-afgezant voor Colombia, Carlos Ruiz Massieu, vertelde de VN-Veiligheidsraad dat de inspanningen ook moeten worden opgevoerd om de straffeloosheid voor deze misdaden te bestrijden, “onder meer door daders voor het gerecht te brengen”.

“Prioriteit moet worden gegeven aan personeel en middelen voor de Nationale Unit voor Bescherming om de achterstand in lopende verzoeken om bescherming van voormalige strijders weg te werken”, zei hij.

Secretaris-generaal Antonio Guterres’ laatste rapport aan de raad, dat vorige week werd verspreid, zei dat de politieke missie van de V.N. in Colombia 19 moorden op voormalige FARC-strijders heeft geverifieerd in een periode van drie maanden eindigend op 25 september.

Tot de laatste slachtoffers behoorde een van de hoogste voormalige FARC-commandanten, Jorge Iván Ramos, die een leider van de politieke partij FARC werd en op 28 augustus werd gedood. De leider van de V.N. zei dat Ramos actief bezig was met het uitvoeren van het vredesakkoord van 2016 met de overheid, met inbegrip van het werken aan een programma voor legale gewasvervanging van cocateelt.

De partij FARC richtte een open brief aan het Nationale Bevrijdingsleger (ELN), dat een van de laatste resterende rebellengroepen van Colombia is, om hun verontwaardiging te uiten “over de informatie dat ELN achter de misdaad zat”, zei Guterres.

Hij zei dat de laatste moorden het totale aantal voormalige strijders die dit jaar tot nu toe zijn gedood, met inbegrip van twee vrouwen, op 50 brengen. Sinds de ondertekening van het vredesakkoord, zei hij, heeft de VN-missie 297 aanvallen op voormalige FARC-strijders geverifieerd, waaronder 224 moorden, 20 verdwijningen en 53 pogingen tot moord.

Voordat het vredesakkoord met de FARC werd ondertekend, veroorzaakte meer dan 50 jaar oorlog in Colombia meer dan 220.000 doden en bijna 6 miljoen ontheemde mensen. Er werd een amnestiewet aangenomen die betrekking heeft op de meeste misdrijven die door FARC-strijders zijn gepleegd.

Ruiz Massieu vertelde de Veiligheidsraad dat het neerleggen van de wapens door de FARC en de overgang naar een politieke partij is voltooid en “onomkeerbaar” is.

Ongeveer 10.000 inheemse Colombianen trokken woensdag naar de hoofdstad Bogotá om druk uit te oefenen op de regering om de voortdurende moorden en bloedbaden in het zuidwesten van het land tegen te houden.

Eerder deze week liepen de demonstranten – velen droegen de rode en groene kleuren van de inheemse garde – of reisden met chivas, kleurrijke bussen, van het zuidwestelijke Cauca-departement naar de stad Cali.

Hun ontmoeting daar met de minister van Binnenlandse Zaken, Alicia Arango, leverde niet het resultaat op waarop ze hoopten en ze vertrokken naar Bogotá, waar ze naar verwachting maandag zullen arriveren.

De mars die bekend staat als “minga” – een inheems woord dat verwijst naar een gezamenlijke inspanning voor het algemeen welzijn – is een protest tegen de moorden op gemeenschapsleiders en de bloedbaden, zegt Rubiel Lis van de inheemse regionale raad van Cauca (CRIC).

Volgens waakhond Indepaz zijn in Colombia ongeveer 1.000 gemeenschapsleiders, mensenrechten- en milieuactivisten vermoord sinds de regering in 2016 een vredesovereenkomst met de guerrillagroepering FARC ondertekende.

Onder hen bevinden zich volgens de organisatie meer dan 240 inheemse mensen, de meesten in het departement Cauca.

Indepaz heeft tot dusver dit jaar ook melding gemaakt van meer dan 65 bloedbaden – gedefinieerd als het doden van ten minste drie mensen – in Colombia, met Cauca de op een na meest getroffen regio.

De inheemse demonstranten wilden een ontmoeting met president Ivan Duque zoeken, maar regeringsvertegenwoordigers beschuldigden hen van politieke motieven en zeiden dat het staatshoofd hen niet zou ontmoeten, meldde omroep Caracol.

De regering schrijft het geweld toe aan gewapende groepen die actief zijn gebleven nadat het vredesakkoord van 2016 een einde maakte aan het 52-jarige conflict met de FARC.

Tot de gewapende groepen behoren de dissidenten van de FARC, het Nationaal Bevrijdingsleger (ELN), paramilitaire en criminele bendes.

Naast het verzet tegen het geweld, verdedigt de “minga” het recht van de inheemse bevolking op autonomie op hun grondgebied, zei Lis.

Vertegenwoordigers van demonstranten zeiden dat ze veiligheidsmaatregelen tegen het coronavirus in acht namen, maar de mars wekte niettemin bezorgdheid in de hoofdstad.

De 50 miljoen inwoners van Colombia omvat ongeveer 1,9 miljoen mensen die zich identificeren als leden van 115 inheemse groepen.

Een verschrikkelijk ongeluk van afgelopen week , waarbij een fietsers om het leven kwam nadat het van een viaduct werd gedrukt, veroorzaakte veel commotie in Colombia, maar ook het besef van de kwetsbaarheid van fietsers in het verkeer.

In een interview met RCN Nieuws sprak de directeur van het Agentschap voor Verkeersveiligheid, Luis Lota, over de ongevallen waaraan fietsers in het hele land worden blootgesteld en over de verantwoordelijkheid van alle verkeersdeelnemers bij deze gebeurtenissen.

Luis Lota liet weten dat in de loop van dit jaar 249 fietsers, tussen 1 januari en 31 augustus, het leven hebben verloren bij verkeersongevallen, vergeleken met 282 het jaar daarvoor. Hoewel er sprake is van een daling, zijn de cijfers nog steeds te hoog.

Aangezien het grootste deel van het wegennetwerk geen fietsstroken heeft, is er ongetwijfeld een risicofactor, omdat we verschillende snelheden hebben, zegt Lota.

Daarom is de oproep tot medeverantwoordelijkheid van de verschillende actoren zo belangrijk. Er zijn ongetwijfeld kwesties waar de fietsers op aangesproken moet worden, maar we moeten ook alle voertuigen vragen de fietsers te respecteren.

Van de 249 fietsers die dit jaar zijn omgekomen, is de meerderheid gedood door een vrachtauto. Blinde vlekken, snelheidsovertredingen, onvoldoende afstand en de fietser niet respecteren, kunnen bij de fietser problemen veroorzaken die leiden tot een ongeluk of zelfs de dood. We moeten elkaar respecteren en verkeersongevallen vermijden.

Lota meldt dat de anderhalve meter afstand nemen tot de fietser belangrijk is met het besef dat de fietser kwetsbaar is en geen chassis heeft om zijn lichaam te beschermen. Daarentegen moet de fietser goed zichtbaar zijn op de weg, zodat hij op tijd gezien wordt. Het is een kwestie van gezamenlijke verantwoordelijkheid, aldus de directeur van het Agentschap voor Verkeersveiligheid.

Op vrijdag 9 oktober werd een fietser door een vrachtwagen van een viaduct gedrukt. De beelden brachten veel los onder de Colombianen. Mede omdat de bestuurder gewoon doorreed. Beelden kunnen als schokkend worden ervaren: