De Colombiaanse autoriteiten onderzoeken de oorzaak van een ingestorte brug in het departement Valle del Cauca, waarbij twee politieagenten omkwamen. Het Nationaal Agentschap voor Infrastructuur (ANI) zei dat de instorting mogelijk opzettelijk was.

De beelden van de El Alambrado brug gingen viraal op sociale netwerken. Forenzen meldden beschadigde voertuigen en vrachtwagens die in de rivier La Vieja waren gevallen, minuten nadat het incident woensdag plaatsvond.

“We kunnen geen enkele oorzaak uitsluiten”, zei de directeur van het ANI, William Camargo.

De autoriteit onderzoekt ook of de instorting te wijten is aan de progressieve verslechtering van de structuur door aanhoudende zware lasten over de brug of aan een onderhoudsfout.

“Bovendien moeten we de statische en dynamische belastingen verifiëren en ook nagaan of er misschien met kleine structurele elementen is geknoeid die de stabiliteit van de brug kunnen hebben beïnvloed door mensen die kwaad willen doen”, aldus Camargo.

Vier vrachtwagens, waarvan twee van de politie geladen met wapens, en een auto vielen in het luchtledige toen de brug instortte, meldden de autoriteiten.

Twee mannen in uniform, 38 en 44 jaar oud, kwamen om het leven en vijftien mensen raakten gewond.

“Solidariteit met de families van de slachtoffers. Ik heb een onderzoek gelast naar de oorzaken van de instorting van de brug en de verantwoordelijken”, schreef de linkse president Gustavo Petro op Twitter.

De burgemeester van het naburige Caicedonia, Carlos Alberto Orozco, zei dat de instorting gevolgen heeft voor de handel tussen het centrum van het land en Buenaventura, de belangrijkste haven aan de Stille Oceaan.

Colombiaanse guerrillagroepen hebben het naar verluidt gemunt op oliepijpleidingen, wegen en gebouwen van de openbare macht als oorlogsstrategie te midden van langdurige interne conflicten.

De autoriteiten hadden onlangs een onderzoek uitgevoerd naar de brug, waarbij zij geen menselijke ingrepen hebben geconstateerd die zouden kunnen wijzen op een mogelijke instorting. “Daarom is er sprake van een plotselinge instorting,” zei Camargo.

Woensdag werd bekend dat de Colombiaanse regering van plan is aanstaande zondag vredesgesprekken te organiseren met de dissidenten van de FARC onder leiding van Ivan Mordisco, alias “Iván Mordisco”.

Gezien de versies die in diverse media zijn verschenen, wordt het tijdschema echter geëvalueerd omdat er bezorgdheid bestaat over de veiligheidssituatie van degenen die als vertegenwoordigers van de gewapende groep de dialoog zullen bijwonen.

Danilo Rueda, de Hoge Commissaris voor de Vrede, zei dinsdag echter: “We staan op het punt de verkennende fase af te sluiten, over enkele weken beginnen we met de vredesbesprekingen”.

Hij zei ook dat de conclusies van deze fase in de komende weken bekend zullen zijn om verder te kunnen gaan met de installatie van de onderhandelingstafel, die de eerste stap zal zijn om de dialoog te beginnen waarin de vertegenwoordigers van elke delegatie en het mechanisme van dit proces zullen moeten worden vastgesteld.

Desondanks heeft de krant El Tiempo vernomen dat leden van de regeringsdelegatie die met het ELN in gesprek is, zoals senator Iván Cepeda, al een reis voor zondag hebben gepland. De plaats om aan de tafel te onderhandelen voor vrede zal in San Vicente del Caguan zijn.

Op 13 maart kondigde president Gustavo Petro aan: “Een tweede vredesproces begint. Er zal een tafel worden opgezet tussen de regering en Estado Mayor Central (een dissidente factie van de FARC)”.

Deze boodschap van de president werd bekend nadat de procureur-generaal, Francisco Barbosa, de arrestatiebevelen tegen 19 leden van de zogenaamde “Estado Mayor Central” had ingetrokken.

Petro legde destijds in een brief aan Barbosa uit dat het verzoek om de arrestatiebevelen op te heffen was geformuleerd als een voorlopige maatregel om de besprekingen met deze gewapende structuur te vergemakkelijken.

Dit is het tweede vredesproces dat tijdens deze regering wordt uitgevoerd, aangezien er momenteel een proces gaande is met het ELN, die op het punt staat de derde cyclus in te gaan in Havana, Cuba.

De Verenigde Staten, Panama en Colombia hebben dinsdag aangekondigd dat zij een campagne van 60 dagen zullen starten om de illegale migratie via de gevaarlijke Darien Gap, waar de stroom migranten dit jaar is verveelvoudigd, een halt toe te roepen.

Details over hoe de regeringen zullen proberen de stroom migranten, die in de eerste drie maanden van dit jaar bijna 90.000 bedroeg, door de dichte, wetteloze jungle in te dammen, werden in de gezamenlijke verklaring niet verstrekt.

De ambitieuze aankondiging kwam op een moment dat de regering Biden nerveus wacht op het verwachte einde van een pandemie-gerelateerde regel op 11 mei, die het recht om asiel aan te vragen voor velen heeft opgeschort. Zonder dat ontmoedigingsinstrument aan de Amerikaanse grens bestaat de vrees dat de toestroom van migranten opnieuw onbeheersbaar wordt.

Volgens de gezamenlijke verklaring zullen de landen ook gebruik maken van “nieuwe legale en flexibele trajecten voor tienduizenden migranten en vluchtelingen als alternatief voor illegale migratie”, maar ook hier werden geen details gegeven.

Het derde element van het plan zijn investeringen om de armoede te verminderen en banen te creëren in de Colombiaanse en Panamese grensgemeenschappen, vermoedelijk zodat minder mensen zich bezighouden met het smokkelen van migranten.

“De regeringen van Panamá, Colombia en de Verenigde Staten erkennen ons gezamenlijk belang en verantwoordelijkheid om het gevaar voor mensenlevens te voorkomen, transnationale criminele organisaties te ontwrichten en het vitale regenwoud te behouden, en zijn van plan een twee maanden durende gecoördineerde campagne uit te voeren om de ernstige humanitaire situatie in de Darién aan te pakken”, aldus de verklaring.

De Amerikaanse minister van Binnenlandse Veiligheid Alejandro Mayorkas had dinsdag in Panama een ontmoeting met de ministers van Buitenlandse Zaken van Panama en Colombia.

Volgens de regering van Panama zijn in de eerste drie maanden van het jaar meer dan 87.000 migranten de Darien-kloof overgestoken, voornamelijk uit Venezuela, Haïti en Ecuador. Dat was een stijging ten opzichte van bijna 14.000 migranten in dezelfde periode een jaar eerder.

Vorig jaar werd met bijna 250.000 migranten een record gevestigd voor het gebruik van de Darien-route. Die stijging werd grotendeels veroorzaakt door Venezolanen, die vorig jaar goed waren voor ongeveer 60% van de migranten die daar overstaken.

De regering Biden reageerde in oktober door gebruik te maken van de pandemieregel die bekend staat als Titel 42 om Venezolanen de kans te ontnemen asiel aan te vragen aan de grens. In plaats daarvan zei de Amerikaanse regering dat zij tot 24.000 Venezolanen op Amerikaanse luchthavens zou toelaten die al een aanvraag hadden ingediend en vooraf waren goedgekeurd via een online applicatie van de overheid. Dat programma werd eerder dit jaar uitgebreid tot Nicaragua, Haïti en Cuba.

Nu titel 42 volgende maand afloopt, kijken de VS naar de Darien Gap als natuurlijk knelpunt om migratie te stoppen.

Michael Lee Weintraub, professor aan de University of the Andes School of Government in Colombia, zei dat nu Biden onder druk staat van conservatieven om de immigratie aan te pakken in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van volgend jaar, zijn regering zoekt naar manieren om illegale migratie te ontmoedigen en legale migratie te vergemakkelijken.

Maar hij betwijfelde of de veiligheidstroepen van Colombia in staat zijn de smokkel van migranten drastisch aan te pakken, omdat de gewapende groepen van het land ervan profiteren en “zeer geraffineerd” zijn.

De Darien Gap is een van de gevaarlijkste delen van de lange route naar de Amerikaanse grenzen. Migranten en internationale mensenrechtengroeperingen hebben seksueel geweld, berovingen en moorden in de afgelegen jungle aan de kaak gesteld. Daarbij komen nog de natuurlijke gevaren van giftige slangen en stromende rivieren.

De migranten die de oversteek overleven, worden door de Panamese regering en niet-gouvernementele groepen met bussen door Panama naar de grens met Costa Rica gebracht om hun reis voort te zetten.

Maandagochtend ondertekenden het burgemeestersbureau van Bogotá en het ministerie van Volksgezondheid een memorandum van overeenstemming waarin wordt gestreefd naar de oprichting van de eerste vaccinfabriek in C. Volgens zowel minister Corcho als burgemeester López is het project voor de productie van menselijke vaccins het verst gevorderd in Colombia. “We hebben de middelen en de ruimte om de productie-installatie te bouwen.”

Burgemeester van Bogotá, Claudia López (foto: rechts), reageerde op social media dat het een geweldige dag is voor Bogotá omdat “het moment is aangebroken dat een overeenkomst wordt ondertekend die ons in staat zal stellen de eerste hoofdstad in Latijns-Amerika te zijn met een vaccinfabriek, een nalatenschap na de pandemie”.

Volgens de gezamenlijke aankondiging van Bogotá en het land is het de bedoeling dat de publieke sector controle krijgt over de geproduceerde vaccins; zodat de productie wordt geleid door de behoeften van de volksgezondheid en niet door commerciële overwegingen.

Bovendien werd bevestigd dat de hoeveelheid geld bestemd voor dit project meer dan 354 miljard pesos, tussen 2021 en 2026, en omvat investeringen in infrastructuur, apparatuur, District personeel, project structurering en financiering.

BogotáBIO zal beginnen met de productie van minimaal drie COVID-19-vaccins; twee vaccins uit het Expanded Programme on Immunisation (hangt af van de keuze van de strategische partner, omdat ze niet allemaal dezelfde vaccins produceren, maar Health is van mening dat het minstens pneumokokken, griep en covid moet zijn).

President Gustavo Petro zei zondag dat hij bereid is om voormalige paramilitaire leiders van de AUC te ontmoeten, die hem eind maart een brief stuurden waarin zij vroegen om een audiëntie om te praten over de wet die hun demobilisatie mogelijk maakte.

“Ook voormalige paramilitaire leiders die hun straf hebben uitgezeten, zeggen in het openbaar dat zij bereid zijn mij te ontmoeten. Ik vind dat deze ontmoeting moet plaatsvinden,” zei Petro tijdens een manifestatie ter gelegenheid van de Nationale Dag van Herdenking en Solidariteit met de Slachtoffers.

De AUC demobiliseerde in 2006 na een onderhandelingsproces met de regering van de toenmalige Colombiaanse president Álvaro Uribe. Als onderdeel van de overeenkomst konden de voormalige paramilitairen profiteren van de wet inzake gerechtigheid en vrede, die voorzag in gevangenisstraffen tot acht jaar in ruil voor medewerking bij het opruimen van misdaden, maar sommige leiders verloren die voordelen.

In die zin zei Petro zondag dat hij het noodzakelijk acht dat de regering en de paramilitairen die van deze wet hebben geprofiteerd “bijeenkomen om zwart op wit vast te stellen wat er met de activa is gebeurd, om te evalueren wat er met de wet is gebeurd, in hoeverre dit vredesproces is afgebroken of kan worden beëindigd en afgerond”.

Het begon allemaal op 22 maart toen Petro kritiek uitte op de Wet voor Gerechtigheid en Vrede omdat hij van mening is dat deze wet geen genoegdoening biedt aan de slachtoffers en dat de daders het land de waarheid moeten vertellen. “Het was een wet van straffeloosheid voor de gewapende drugshandelaren van Colombia”, zei hij toen, eraan toevoegend dat de paramilitairen “dachten dat ze zaken deden” door de guerrilla’s te bestrijden en “misschien dachten ze dat ze het land echt zuiverden van wat ze als minderwaardig beschouwden, maar ze werden bevorderd door de machthebbers”.

Zeven dagen later verzocht een groep van 16 voormalige paramilitaire leiders, waaronder voormalig AUC-commandant Salvatore Mancuso, om een audiëntie bij de regering om “in detail” hun “gerechtelijke en buitengerechtelijke bijdragen aan vrede en verzoening in Colombia” toe te lichten.

In de brief zeggen zij dat sinds 2006 4.902 gedemobiliseerde AUC-leden zijn gedood en zeggen zij te hopen dat totale vrede, het paradepaardje van de regering-Petro, “het einde van structureel geweld” betekent.

“Wij geloven dat een openbaar debat over de resultaten van de demobilisatie van de zelfverdedigingstroepen relevant en noodzakelijk is. Vandaag kunnen we een echte en objectieve evaluatie maken, die beantwoordt aan de oproep die u ons doet”, aldus de voormalige AUC-leiders.

Het Nationaal Penitentiair en Gevangenisinstituut van Colombia (INPEC) heeft de ontvoering gemeld van een van zijn personeelsleden, een daad die wordt toegeschreven aan de dissedenten van de FARC.

De gevangenisbewaarder werd ontvoerd door gewapende personen die zich identificeerden als leden van de Jaime Martínez-colonne van de FARC toen hij met zijn partner, eveneens lid van de INPEC, in Valle del Cauca liep.

INPEC heeft het leger en de politie reeds op de hoogte gebracht van de ontvoering en ook het bureau van de ombudsman en het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRK) zijn op de hoogte gebracht zodat zij een onderhandelingsproces met de rebellen kunnen beginnen en zijn vrijlating kunnen bewerkstelligen.

De FARC-dissidenten zijn het deel van de gewapende organisatie dat niet heeft ingestemd met de voorwaarden van het vredesakkoord dat in 2016 tussen de regering en de guerrillaleiding werd ondertekend.

Demonstranten in het noorden van Colombia in het departement La Guajira hebben een vierdaagse blokkade opgeheven van een spoorlijn en de ingang van een exportterminal die door kolenmijnbouwbedrijf Cerrejon wordt gebruikt, aldus het bedrijf vrijdag.

De blokkade, die de activiteiten belemmerde, werd geleid door bewoners van drie gemeenschappen in Media Luna, had het bedrijf eerder gezegd.

“Het is opgeheven”, zei een woordvoerder van Cerrejon en voegde eraan toe dat de normale werkzaamheden nu zullen worden hervat.

Blokkades van wegen, de spoorlijn en andere faciliteiten van Cerrejon komen vaak voor en leiden regelmatig tot verliezen voor het bedrijf.

De inheemse Wayuu-gemeenschappen hebben een langlopend geschil met Cerrejon, dat eigendom is van de Brits-Zwitserse grondstoffengigant Glencore (GLEN.L), over watergebruik en vervuiling, stof, lawaai en gezondheidskwesties.

Cerrejon heeft een gerechtelijk bevel gekregen om de milieu- en gezondheidsvoorschriften na te leven, onder meer door overeenkomsten te sluiten met Wayuu-gemeenschappen.

Het bedrijf heeft gezegd dat het 302 overeenkomsten heeft ondertekend, waaronder 11 met gemeenschappen in Media Luna.

In 2020 zei een speciale VN-rapporteur dat de mijn sommige activiteiten moest opschorten vanwege gezondheids- en milieuproblemen, een verzoek dat Cerrejon afwees.

Informele mijnwerkers in het noorden van Colombia hebben een einde gemaakt aan meer dan een maand van soms gewelddadige protesten en hebben ingestemd met gesprekken met de regering om de arbeidsomstandigheden te verbeteren en hun activiteiten te formaliseren, aldus de regering donderdag.

De protesten, die begin maart begonnen, omvatten wegblokkades die op een gegeven moment honderdduizenden inwoners in twee departementen troffen en tekorten aan brandstof, voedsel en medicijnen veroorzaakten.

De regering heeft de grote misdaadbende Clan del Golfo beschuldigd van het aanzetten tot geweld bij de demonstraties en van dodelijke aanvallen op veiligheidstroepen, wat president Gustavo Petro ertoe heeft gebracht een staakt-het-vuren met de groep af te blazen.

“De opschorting van de mijnwerkersstaking in Bajo Cauca en het noordoosten van Antioquia is een positief besluit van gemeenschappen die hun lot in eigen handen nemen”, zei minister van Defensie Ivan Velasquez op Twitter.

De gesprekken zullen zich richten op het vinden van technologische alternatieven voor de informele goudwinning, zei het ministerie van Binnenlandse Zaken in zijn eigen verklaring, evenals formalisering van de mijnbouwactiviteiten en aandacht voor de mensen die in het gebied wonen.

Een groot deel van de Colombiaanse goudproductie is afkomstig van zelfvoorzienende mijnwerkers – die hun brood verdienen met pannen in rivieren of werken in gevaarlijke tunnels – of van illegale activiteiten van gewapende groepen.

Het leger heeft tijdens de protesten ten minste 13 graafmachines vernietigd in een poging de illegale exploitanten aan te pakken, wier gebruik van zware apparatuur en kwik als een ernstige bedreiging voor het milieu wordt beschouwd.

President Gustavo Petro heeft woensdag bevolen de preventieve evacuatie van 2.500 gezinnen te versnellen uit gebieden in de buurt van de vulkaan Nevado del Ruiz, die nog steeds op oranje alarm staat, wat wijst op de waarschijnlijkheid van een uitbarsting in de komende dagen of weken.

“We hebben de departementale raad voor risicobeheer gevraagd om de preventieve evacuatie van 2.500 gezinnen die een hoog risico lopen als gevolg van de Nevado del Ruiz te versnellen”, zei Petro in een bericht op zijn Twitter-account.

De president had woensdag een ontmoeting met de autoriteiten om de situatie te analyseren en zei dat “de regering de situatie uit de eerste hand behandelt en alle capaciteiten coördineert.”

Een grote uitbarsting van deze vulkaan, gelegen in het Nationaal Park Los Nevados tussen de departementen Caldas en Tolima, veroorzaakte op 13 november 1985 de grootste natuurramp van Colombia.

De uitbarsting van die vulkaan en het smelten van zijn gletsjers veroorzaakten een lawine die de stad Armero in het departement Tolima verwoestte, waarbij meer dan 23.000 van de 25.000 inwoners omkwamen.

In zijn laatste verklaring zei de Colombiaanse Geologische Dienst (SGC) dat de vulkaan de “registratie van seismiciteit van rotsbreuken binnen het vulkanische bouwwerk” voortzette, en voegde eraan toe dat er dinsdag 5.200 seismische gebeurtenissen waren.

In de eerste uren van woensdag 5 april zijn meer dan 2.600 aardbevingen geregistreerd en hebben zich in dit gebied zeven aardbevingen voorgedaan, waarvan de grootste met een maximale magnitude van 3,9 ML, de hoogste die sinds de eerste monitoring van de vulkaan in 1985 is geregistreerd, aldus SGC.

De nationale eenheid voor risicobeheer bij rampen (UNGRD) hield een persconferentie waar Luis Fernando Velasco Cháves, directeur van de eenheid, sprak over de huidige toestand van het gebergte en bevestigde dat er nog steeds aardbevingen zijn rond de vulkaan, waarvan er in de vroege ochtenduren een een kracht van 3,9 bereikte.

Petro riep ook alle inwoners op om kalm te blijven, maar zei: “Het is erg moeilijk om te verliezen waar je je hele leven voor hebt gewerkt, maar als dat gebeurt laten we jullie niet alleen. De regering heeft mechanismen om hen te helpen. Wat onmogelijk terug te krijgen is, is het leven” en besloot met: “Hou die plaatsen niet bezet. Een huis kan worden hersteld met een subsidie van het ministerie van Huisvesting, het leven van uw dierbaren kan met niets worden hersteld”.

Na het consolideren van haar positie als de zesde meest punctuele luchtvaartmaatschappij ter wereld in 2022, werd Avianca erkend als de derde meest punctuele luchtvaartmaatschappij wereldwijd, volgens de februari 2023 Ranking gepubliceerd door Cirium, de grootste wereldwijde luchtvaart data bedrijf, een categorie die luchtvaartmaatschappijen meet met activiteiten in verschillende landen over de hele wereld.

Te midden van een uitdagende omgeving voor de luchtvaart, niet alleen in Colombia maar ook in Latijns-Amerika en de wereld, noteerde de maatschappij een punctualiteitsindicator (On Time Performance – OTP) van 87,89%, waaruit haar operationele discipline blijkt en die het resultaat is van de verschillende geïmplementeerde efficiëntie-initiatieven en het werk van de teams achter het vertrek en de aankomst van elke vlucht.

“We zijn er erg trots op Colombia te vertegenwoordigen in een internationale ranglijst van het formaat van Cirium, terwijl we onze operationele indicatoren versterken om de luchtvaartmaatschappij te zijn die onze reizigers willen: op tijd, met hun bagage op bestemming en tegen steeds concurrerender prijzen. Dit is het resultaat van het werk van ons team en in het bijzonder willen we ook het werk van het luchtverkeersbeheer erkennen dat een efficiëntere operatie in het Colombiaanse luchtruim mogelijk maakt, zei Frederico Pedreira, Chief Operating Officer van Avianca.