De vredesbesprekingen die het conflict van vijf decennia lang tussen de Colombiaanse regering en de FARC-rebellen moet stoppen markeert vandaag 3 jaren van overleg en heeft nu een deal bereikt dat verleidelijk dicht bij vrede is, maar nog steeds buiten bereik.
Sinds de start van de vredesgesprekken op 19 november 2012 in Havana, hebben de gesprekken gedeeltelijke deals bereikt op drie van de zes agendapunten: landhervorming, politieke participatie van de rebellen en de strijd tegen de drugshandel.
Een grote sprong voorwaarts vond plaats op 23 september toen in Havana de Colombiaanse president Juan Manuel Santos de hand schudde van FARC-leider Rodrigo Londono. Een deelovereenkomst werd gesloten, waarbij beide partijen onder meer hebben afgesproken, dat er een waarheidscommissie komt en dat slachtoffers van de burgeroorlog een schadevergoeding krijgen. Ook zijn er afspraken gemaakt over het straffen van rebellen. Zo krijgen mensen die alleen politieke misdaden hebben gepleegd amnestie. Er komt een speciaal tribunaal om de andere misdadigers te vervolgen.
“Vrede is aangekomen!”, zei de marxistische guerrillagroep die dag, vlak voor de historische handdruk tussen de Colombiaanse president Juan Manuel Santos en de leider van de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC), Timoleon “Timochenko” Jimenez.
Het was een perfect fotomoment, mannen gekleed in het wit – de politicus die zijn presidentschap heeft ingezet op het vredesproces en de guerrilla-leider die technisch gezien nog steeds wordt gezocht op beschuldiging van terrorisme.
Beide partijen verbonden er zich toe om ten laatste op 23 maart 2016 een definitief akkoord te ondertekenen.
Op dit moment is het optimisme verzuurd. De FARC beschuldigt de regering van het proberen om terug te krabbelen op het akkoord van rechtvaardigheid, terwijl ze de rebellen op de grond blijven doden ondanks hun eenzijdige wapenstilstand.
In reactie hierop heeft de FARC de deadline van het vredesakkoord op 23 maart afgedekt en zegt dat het aftellen van de zes maanden pas zal beginnen wanneer de overeenkomst van rechtvaardigheid is afgerond.
Hoofdonderhandelaar van de rebellen, Ivan Marquez, waarschuwde onlangs dat “moeilijkheden” op de onderhandelingstafel het vredesproces kan riskeren tot “een mislukking.”
Toch kan men ook spreken van een voorzichtige optimisme. Inwoners van Colombia mogen zich uitspreken over het voorgenomen definitieve vredesakkoord tussen de Colombiaanse regering en rebellenbeweging FARC. De twee partijen hebben al deels overeenstemming bereikt. Als er een definitieve deal komt, legt de regering de overeenkomst voor aan het volk, zodat het volk kan zeggen of het voor of tegen het akkoord is. De rebellen willen dit vastgelegd hebben in de grondwet zodat het niet verzwakt.
De belangrijkste uitdaging op dit moment is de afwikkeling van het akkoord over de rechtvaardigheid, het bepalen hoeveel jaar gevangenisstraf de guerrillastrijders krijgen die afschuwelijke misdaden hebben gepleegd.
Andere openstaande problemen zijn de uiteindelijke ontwapening van de rebellen en de beveiliging voor ex-strijders in het land, zowel doelend op rechtse paramilitairen en andere linkse rebellengroepen.
Met andere linkse rebellengroepen beschrijft men het nog steeds actieve Nationale Bevrijdingsleger (ELN), die nog in vredesonderhandelingen moeten gaan.
Toch is er royale hoop dat deze gesprekken, de vierde poging om vrede sinds de oprichting van de FARC in 1964, uiteindelijk in een akkoord zal bereiken.
In een recente Gallup enquête hebben 52 procent van de Colombianen hun optimistisch geuit over de vredesgesprekken en vertrouwen er op dat het een vredesakkoord zal opleveren.