Dinsdagavond zijn in de gemeente Algeciras in het departement Huila drie mannen vermoord, waaronder een 17-jarige.

Gewapende mannen drongen rond 21 uur een boerderij binnen in het dorp El Quebradón, in het zuiden van de gemeente Algeciras, waar ze een man, de zoon van de man (25) en een knecht, slechts 17 jaar oud, vermoorden.

De boerderij werd enkele dagen geleden overgedragen aan de vermoorde man, omdat de eigenaar door geweld in het gebied was verdreven waarbij ook verschillende mensen zijn omgekomen. De zoon van de eigenaar van de boerderij stelde op RCN Radio aan de kaak dat het leger al enkele dagen in het gebied is en dat er toch nog steeds gevallen van onveiligheid voorkomen.

In de gemeente Algeciras blijven angst en onveiligheid bestaan bij deze bevolking, die aan de grens met het departement Caquetá ligt. Er zijn herhaaldelijk moorden gepleegd op oud-strijders, leiders en boeren.

De autoriteiten wijzen de vinger naar dissidenten van de FARC, die actief zijn in dit gebied. In de dagen voor dit bloedbad werd in deze regio een van de vertrouwde mannen van El Paisa gevangen genomen. Hernán Darío Velásquez Saldarriaga, alias “El Paisa”, behoort vandaag de dag tot de dissidenten van de FARC. El Paisa verscheen in augustus 2019 op een video waar voormalige FARC-commandanten Iván Márquez en Jesús Santrich aankondigden het vredesakkoord van 2016 te verwerpen en hun wapens weer op te pakken

Een nieuw bloedbad werd geregistreerd in de gemeente Buenos Aires in het noorden van het departement Cauca. Minstens zeven personen werden vermoord door een groep gewapende mannen.

Minstens zeven mensen werden op zondagmiddag gedood in het dorp Munchique, een klein stadje in de gemeente Buenos Aires, ten noordwesten van Cauca.

De plaatselijke regeringssecretaris, Diego Armando Carabalí, vertelde Caracol Radio dat onbekende mensen aankwamen bij een gallera* waar de personen verbleven en vermoordden ze met een granaat en geweren.

Bronnen in de buurt van het plaats delict zeiden dat er meer slachtoffers zouden kunnen vallen omdat er gewonden zijn gevallen en in kritieke toestand liggen in het ziekenhuis. De gerechtelijke autoriteiten, de politie en het leger zijn ter plaatse gegaan om vast te stellen wat er precies is gebeurd met dit nieuwe bloedbad in het noordelijke deel van de Cauca.

Ondertussen meldden de leiders van het gebied dat er onlangs bedreigingen zijn geuit door middel van pamfletten in de regio die waarschuwen dat bepaalde mensen tot een militair doel worden uitgeroepen.

Dit is de tweede gewelddadige gebeurtenis in het noorden van het departement Cauca in minder dan een week tijd, na de botsingen tussen het leger en georganiseerde gewapende groepen die een 14-jarig meisje dood en vijf gewonden achterlieten.

*Gallera: Een arena waar hanengevechten worden gehouden.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo bedankte zaterdag de Colombiaanse president Ivan Duque voor zijn standpunt tegen de Venezolaanse president Nicolas Maduro en beloofde verdere hulp bij de bestrijding van de drugshandel.

In de vierde stop op zijn tournee door Zuid-Amerika zei Pompeo dat het partnerschap tussen Colombia en de Verenigde Staten een goede kracht was in de regio.

“Uw steun voor interim (Venezolaanse) president Juan Guaido en de democratische overgang naar een soeverein Venezuela zonder kwaadaardige invloed… wordt ongelooflijk gewaardeerd,” vertelde Pompeo aan Duque in een gezamenlijke persconferentie vanuit het presidentieel huis Casa Nariño in Bogotá.

Hij zei dat president Duque “een echte leider” is voor de regio bij het aanpakken van de pandemie, de strijd tegen drugshandel en het legaal bevorderen van het vredesbeleid.

“Allereerst wil ik de regering van Colombia feliciteren, niet alleen voor de manier waarop zij voor haar burgers zorgt tijdens deze pandemie, maar ook voor de Venezolaanse vluchtelingen. De taken die worden uitgevoerd op het gebied van de volksgezondheid hebben tienduizenden levens gered.”

“Voor de steun aan interim-president Juan Guaidó en voor een democratische overgang naar een soeverein Venezuela zonder de kwade invloed van Cuba, Rusland en Iran . Je bent een echte leider voor de regio en je vertegenwoordigt de waardigheid van alle volkeren”, sprak Pompeo tegen Duque.

Mike Pompeo , zei ook dat ze de wens van de bevolking van Colombia hebben besproken “om een ​​rechtvaardige en duurzame vrede te hebben”.

“We zien dat het geweld van  dissidenten van de FARC, ELN en andere terroristische groeperingen aanhoudt en dat het onaanvaardbaar en ondraaglijk is, evenals de acties van Nicolás Maduro die hen een veilig toevluchtsoord, hulp en onderdak hebben geboden”, zei Pompeo.

President Iván Duque zei op zijn beurt dat de samenwerking tussen de twee landen wordt voortgezet bij belangrijke kwesties als illegaliteit, drugshandel en aanklachten tegen het Nicolás Maduro-regime in Venezuela. “We zullen deze oproep aan de internationale gemeenschap blijven doen, omdat ze dit bloeden moet stoppen.”

Tijdens de bijeenkomst werden kwesties besproken met betrekking tot het beheersen van de COVID-19-pandemie, economische reactivering en ontwikkeling, regionale veiligheid, de strijd tegen drugshandel, illegale groeperingen, transnationale criminaliteit en de situatie van migranten uit Venezuela in het land.

Een van de belangrijkste punten van de bijeenkomst was om vooruitgang te boeken in de strategie genaamd ‘Colombia Crece’ die op 17 augustus werd aangekondigd en die onder meer tot doel heeft Amerikaanse investeringen naar Colombia aan te trekken en meer dan 5 miljard dollar toe te wijzen aan de ontwikkeling van plattelandsgebieden.

Zaterdag om 13:40 uur (lokale tijd) arriveerde na zes maanden stilstand door de pandemie de eerste internationale vlucht in Cartagena

Deze eerste internationale vlucht met 228 passagiers aan boord kwam aan in Colombia op de internationale luchthaven Rafael Núñez in Cartagena.

De heropening van de internationale vluchten werd geleid door de president Iván Duque, die werd vergezeld door de burgemeester van Cartagena, William Dau; de gouverneur van departement Bolívar, Vicente Blel; de minister van Transport, Ángela María Orozco; en ambtenaren van Aerocivil, La ANI, Procolombia en Sacsa.

Allen wachtten op de aankomst van de eerste internationale vlucht, die zaterdagochtend vertrok vanuit Fort Lauderdale (Florida, Verenigde Staten). Alle passagiers voldeden aan de protocollen die zijn opgesteld door de ministeries van Volksgezondheid en Transport, waaronder het in bezit hebben van een negatieve COVID-19 test en het dragen van een mondkapje op de luchthavens en in het vliegtuig.

Nadat hij de passagiers had zien uitstappen, gaf de president aan dat “vandaag een zeer belangrijke mijlpaal is. We hebben gezien hoe vandaag (gisteren) internationale vluchten naar Colombia worden hervat en de stad Cartagena begint als gastheer van die eerste internationale vlucht. We zagen tientallen Colombianen die graag naar hun land terugkeren, hun dierbaren bezoeken en dat doen via dit vliegveld van Cartagena. En ik wil de burgemeester en de gouverneur bedanken, want jullie hebben met verantwoordelijkheid het reactiveringsshirt aangetrokken ”.

William Dau van zijn kant wees erop dat “er veel optimisme is. De waarheid is dat we erg blij zijn dat Cartagena de eerste stad is met internationale vluchten. Het is een heel duidelijke boodschap die de nationale overheid ons geeft om het toerisme in Cartagena te steunen ”.

De heropening van internationale vluchten van en naar Cartagena zal geleidelijk plaatsvinden. Deze maand zal American Airlines, naast Spirit en Viva Air, ook haar activiteiten hervatten. Copa, KLM, Jetblue en waarschijnlijk Latam zullen dat doen in oktober.

Het aantal gevallen in Colombia neemt langzaam af. Volgens het laatste rapport van het Ministerie van Volksgezondheid, gepubliceerd op zaterdagmiddag 19 september, werden er 7.927 nieuwe gevallen geregistreerd. Tot op heden zijn er 758.398 geïnfecteerde mensen in het land.

Volgens het rapport van het Ministerie van Volksgezondheid zijn er zaterdag 186 mensen overleden aan COVID-19. Het aantal doden is daarmee gestegen naar 24.039.

Uit de gegevens van het ministerie blijkt ook dat 627.685 mensen in Colombia zijn hersteld van covid-19. Bovendien werd er gezegd dat van de 758.398 besmettingen er 105.083 actieve besmettingen zijn.

Onder de 60-plussers zijn nog steeds het grootste aantal sterfgevallen door Covid-19. Het grootste aantal van de sterfgevallen bevindt zich in de leeftijdsgroep van 70 tot 79 jaar (6175 doden) gevolgd door de leeftijdsgroep van 60 tot 69 jaar (5582 doden) en 80 tot 89 jaar (5011 doden). De meeste doden vallen onder de mannen met 64,18% tegenover 35,82% bij vrouwen. Van het aantal besmettingen is 50,90% man en 49,10% vrouw.

Van de 105.083 actieve gevallen die Colombia heeft, zitten 90.138 thuis in quarantaine om uit te zieken, dat komt overeen met 85,78%. Aan de andere kant werden 13.734 patiënten in het ziekenhuis opgenomen (13,07%) en 1211 werden opgenomen op een intensive care (1,15%).

De hoofdstad van het land blijft de meest getroffen regio met 250.490 coronabesmettingen en 6408 doden. De departementen met de meeste besmettingen Antioquia (102.501), Atlántico (66.512), Valle del Cauca (56.837) en Cundinamarca (30.582). Guainía, met 547, en Vichada met 397 gevallen, zijn de departementen die het minst door COVID-19 worden getroffen.

Twee politieagenten zijn donderdag omgekomen bij een aanslag in het noorden van het land, in het departement Bolívar.

De politiemannen waren op patrouille in de wijk La Sabana, 600 meter van het stedelijk gebied van Norosí. Beiden patrouilleerden op een motorfiets toen ze werden aangevallen door minstens vier mannen. De autoriteiten vermoeden dat guerrillastrijders van het Luis José Solano Sepúlveda Front van het ELN achter deze aanval zitten.

President Duque veroordeelde de moord op de agenten: “Wij veroordelen een pijnlijke gebeurtenis, die plaatsvond in de gemeente Norosi, waar twee politieagenten, twee helden van het land, kwaadwillig werden vermoord door terroristen die hun territoriale aanwezigheid tot zwijgen wilden brengen,” zei Duque in Tumaco, een stad in het zuidwesten van het departement Narino, waar hij een veiligheidsraad met de lokale autoriteiten bijeenriep.

De president zei: “De verantwoordelijken voor deze misdaad zijn leden van ELN, die in dat gebied van het land operen, waar de georganiseerde misdaad ook overvloedig is.”

In januari 2019 schortte de regering van Duque de vredesbesprekingen met het ELN op, die door zijn voorganger Juan Manuel Santos waren gestart, nadat de guerrillagroep een autobom in een politieacademie in Bogota tot ontploffing had gebracht, waarbij 22 mensen omkwamen.

De regering heeft geëist dat de guerrillastrijders stoppen met vechten en gijzelaars vrijlaten als voorwaarde voor het hervatten van de gesprekken, maar de ELN heeft dit afgewezen.

President Ivan Duque heef Wilson Ruiz Orejuela benoemd tot nieuwe minister van Justitie, na het vertrek van de inmiddels verkozen procureur-generaal Margarita Cabello.

“Hij komt zodat we verder kunnen gaan met de hervormingsprocessen die we in het congres hebben besproken. Hij neemt de taak op zich om het beleid van de geplande route en de integrale strijd tegen drugs te begeleiden en te leiden”, ze de president.

Ruiz van zijn kant zei: “In mijn naam en die van mijn familie bedank ik u voor de mogelijkheid om het land te steunen op het gebied van justitie; alle kwesties zijn transcendentaal, van cannabis tot de strijd tegen drugs.

Ruiz, die de derde minister van justitie in de regering van de Duque wordt, is advocaat van de Vrije Universiteit, heeft een doctoraatsdiploma cum laude van de Universiteit Alfonso X el Sabio in Madrid, Spanje, en heeft een postdoctorale graad in administratief recht van de Universiteit van Salamanca, Spanje.

Een groep inheemse mensen van de Misak- of Guambiano-bevolking heeft  het standbeeld van de Spaanse conquistador Sebastián de Belalcázar gesloopt in Popayán, de hoofdstad van het departement Cauca.

De betogers hadden een mars gehouden om  de moorden op sociale leiders en andere gewelddaden af ​​te wijzen. Bij het bereiken van het centrum van de stad ging een groep naar het standbeeld en gebruikten touwen om het beeld van de stichter van Popayán omver te werpen.

Hoewel er politie-eenheden aanwezig waren, bemoeiden deze zich niet met het optreden van de inheemse bevolking, die ook de aanwezigheid van president Ivan Duque eiste om de met hen gemaakte afspraken te kunnen nakomen.

Na de gebeurtenissen heeft de burgemeester van de stad, Juan Carlos López Castrillón, de daad bij het woord gevoegd en gezegd dat het beeld zal worden gerestaureerd en vervolgens weer op de sokkel zal worden geplaatst.

“Deze daad tegen een symbool van de stad is ongelukkig en pijnlijk. Het is een monument van karakter en daarom is onze beslissing om het te herstellen en terug te zetten,” zei de burgemeester. Hij stuurde ook een boodschap van geweldloosheid en vroeg de gemeenschap om het inheemse Misak-volk niet te stigmatiseren.

Intussen zijn de gerechtelijke autoriteiten begonnen met onderzoeken om de verantwoordelijken voor de sloop van het standbeeld te identificeren en te vervolgen.

De politie, die dit protest niet had voorzien, zegt dat het toeristisch gebied zal worden bewaakt en dat het niet meer toegankelijk zal zijn voor publiek.