In september bleef het werkloosheidspercentage steken op 9,3%, hetzelfde percentage als in augustus, maar met een daling ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar.

Het Colombiaanse Bureau van de Statistiek (DANE) maakte donderdag bekend dat de werkloosheid in Colombia 9,2% bedroeg voor de maand oktober en benadrukte dat het werkloosheidspercentage in september 9,3% bedroeg, wat constant bleef ten opzichte van augustus, maar een daling van 1,4 procentpunt liet zien ten opzichte van september 2022.

Volgens de statistieken gepresenteerd door Piedad Urdinola, directeur van DANE, “is het vijf procentpunten lager dan in dezelfde maand vorig jaar”.

Ook de totale participatiegraad staat op 64%, terwijl de werkgelegenheidsgraad 58,1% bedraagt, wat een duidelijk verschil laat zien tussen de actieve bevolking en de daadwerkelijk werkenden.

Aan de andere kant werd gemeld dat de genderkloof blijft bestaan, met een werkloosheidspercentage van 11,5% voor vrouwen en 7,5% voor mannen in oktober. Volgens Piedad Urdinola heeft het werkloosheidscijfer onder vrouwen het niveau van vóór de pandemie bereikt, terwijl dat van mannen zich sneller herstelt.

Over demografie en bewegingen op de arbeidsmarkt werd onthuld dat met een beroepsbevolking van 39,71 miljoen Colombianen, er momenteel 23,08 miljoen werkzaam zijn. In het afgelopen jaar werden er ongeveer 476.000 banen gecreëerd, wat bijdroeg aan het verlaten van de werkloosheid door 87.000 mensen. Er zijn echter 14,28 miljoen werklozen.

Quibdó handhaaft met 23,5% het hoogste werkloosheidscijfer in de steden, hoewel het met 0,9 procentpunt is gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. Andere steden met hoge percentages zijn Florencia (14,1%), Riohacha (13,1%) en Ibagué (13,1%). Bucaramanga (7,2 procent), Santa Marta (7,3 procent), Pereira (8,4 procent) en Medellín (8,6 procent) hebben daarentegen lagere percentages.

Ondanks de economische uitdagingen zijn de werkloosheidscijfers in de meeste Colombiaanse steden gedaald, wat wijst op een positieve trend. Piedad Urdinola benadrukt het snellere herstel van het werkloosheidscijfer voor mannen in vergelijking met dat voor vrouwen. Ze wijst echter op de noodzaak om de ontwikkeling van de arbeidsmarkt te blijven volgen in de context van de huidige economische situatie.

Het Colombiaanse leger zei zondag dat het is lastiggevallen door vermeende leden van El Estado Mayor Central, de grootste dissidente groepering van de voormalige FARC, in Timba, een stad in het onrustige departement Cauca.

Het Specifieke Commando van Cauca, dat deel uitmaakt van de Derde Divisie van het Colombiaanse Leger, liet in een verklaring weten dat soldaten en politietroepen in Timba, in de gemeente Buenos Aires, waren aangekomen om informatie in te winnen “over criminele handelingen die in het gebied hebben plaatsgevonden”.

“Terwijl ze gegevens van voorbijgangers verifieerden om hun missie te volbrengen, werden ze aanvankelijk aangevallen door drie mensen die in een busje reden,” voegde de informatie eraan toe.

Deze mensen vluchtten en de autoriteiten vonden “oorlogsmateriaal” in de vrachtwagen, waarna ze werden lastiggevallen door vermeende leden van het Jaime Martínez Front van de EMC, waarop het leger reageerden.

Het Instituut voor Ontwikkelings- en Vredesstudies, Indepaz, meldde dat tijdens de confrontaties een ondertekenaar van het vredesakkoord met de FARC, die in Buenos Aires woonde waar hij een koffieproject had, werd doodgeschoten.

“De ondertekenaar reed door het gebied op een motorfiets en werd geraakt door geweervuur,” voegde de entiteit eraan toe.

De autoriteiten riepen een Veiligheidsraad bijeen om de zaak te analyseren, die een nieuwe schending van de wapenstilstand tussen de Colombiaanse regering en het EMC zou betekenen.

Na de intimidatie ging de Timba-gemeenschap, “blijkbaar geïnstrumentaliseerd” door het Jaime Martínez Front, “woedend de confrontatie aan met het Nationaal Leger en eiste dat het het gebied, dat belangrijk is voor deze gewapende groep, zou verlaten.

“Het Nationale Leger verwerpt deze daden, die een ernstige belemmering vormen voor de uitvoering van de grondwettelijke missie. Het zal ook een klacht indienen bij de bevoegde autoriteiten”, aldus het leger.

Op 15 november, na een twee weken durende opschorting van de dialoog nadat het EMC van tafel was gelopen en de regering beschuldigde van vermeende “niet-naleving” van de overeenkomst, kondigde de regering de hervatting van de gesprekken aan.

Het EMC besloot op 5 november om de vredesbesprekingen, die slechts 21 dagen eerder waren begonnen en een bilateraal staakt-het-vuren inhielden, op te schorten om “een intern overlegproces te beginnen”.

De dialoog werd gekenmerkt door meningsverschillen tussen de delegaties en de spanningen zijn in de loop der maanden toegenomen.

2023 begon met een staakt-het-vuren van zes maanden dat eenzijdig door de regering in vier departementen werd opgeschort na de moord op vier inheemse minderjarigen die door de guerrilla waren gerekruteerd.

Dit is de derde keer dat de tafel wordt geïnstalleerd. De eerste poging, in mei, mislukte, net als de tweede, in Tibú, in de regio Catatumbo, waar beide delegaties duizenden boeren, de pers en internationale organisaties bijeenriepen, om vervolgens niet tot een akkoord te komen en het opnieuw een week uit te stellen, totdat ze dat wel deden en een staakt-het-vuren afkondigden dat geldig was tot 17 januari.

De Braziliaanse oliemaatschappij Petrobras is van plan samen te werken met andere bedrijven om te profiteren van een belangrijke aardgasreserve in de diepe wateren van de Colombiaanse Caraïben.

De recente vondst van Petrobras in de Colombiaanse Caraïben, in samenwerking met het Colombiaanse staatsoliebedrijf Ecopetrol, markeert het begin van een ambitieuze strategie om de exportcapaciteit van Colombia voor aardgas te vergroten. Jean Paul Prates, president van Petrobras, deelt de ontwikkelingsplannen die erop gericht zijn deze reserves te exploiteren en van het land een belangrijke speler op de gasmarkt te maken.

4 tetra kubieke voet (TPC)
De ontdekking van een een grote reserve van aardgas in de Colombiaanse Caraïben positioneert het land als een potentiële gasexporteur. Samen met partners als Ecopetrol, Shell en Occidental Petroleum overweegt Petrobras de vorming van een consortium om de gezamenlijke export van deze reserves te optimaliseren.

Het vijfjarig Strategisch Plan van Petrobras, met een totale investering van 102 miljard dollar, wijst 73 miljard dollar toe aan olie- en gasexploratie- en productieprojecten. Hoewel slechts 1,3 miljard dollar is toegewezen aan internationale activiteiten, wordt benadrukt dat dit budget cruciale activiteiten in Colombia dekt voor de ontwikkeling van het gasveld Tayrona-blok.

De visie van Petrobras omvat de vorming van een consortium dat de aardgas- en vloeibaaraardgasreserves van verschillende bedrijven in de regio samenbrengt. Jean Paul Prates benadrukt het belang van samenwerking tussen bedrijven met aangrenzende reserves om de efficiëntie van de export en het te gelde maken van gas te maximaliseren.

Met het oog op de maatregelen van de Colombiaanse president Gustavo Petro om de energietransitie te versnellen, verzekert Petrobras dat de plannen hierdoor niet worden beïnvloed. Ondanks de opschorting van nieuwe exploratievergunningen gelden er volgens Prates geen beperkingen voor de offshore gebieden, waar de reserves zich bevinden.

Petrobras ziet het project als een kans om de gasimport van Colombia te verminderen, de energie- en petrochemische industrie een impuls te geven en bij te dragen aan de economische ontwikkeling. Prates wijst bezorgdheid over mogelijke inmenging van Gustavo Petro’s energiebeleid van de hand en wijst erop dat de exploitatie in offshore gebieden niet in twijfel wordt getrokken door de president.

De strategische alliantie tussen Petrobras en zijn potentiële partners belooft van Colombia een belangrijke speler te maken in de export van aardgas. Dit project, gesteund door een miljoeneninvestering, betekent niet alleen een stimulans voor de Colombiaanse economie maar ook een kans in de context van de overgang naar duurzamere energiebronnen.

De delegaties van de Colombiaanse regering en de rebellen van het Nationaal Bevrijdingsleger (ELN) zullen elkaar vanaf 30 november ontmoeten in Mexico-Stad om te proberen de crisis in de vredesonderhandelingen over de ontvoering van de vader van voetballer Luis Díaz “te overwinnen”, zo maakten officiële bronnen vrijdag bekend.

De regeringsdelegatie legde in een korte verklaring uit dat “vanaf 30 november de delegaties van de Nationale Regering en de ELN elkaar zullen ontmoeten in Mexico-Stad.”

“We zullen onze inspanningen wijden aan het overwinnen van de crisis die het dialoogproces momenteel doormaakt, veroorzaakt door de ontvoering van de heer Luis Manuel Díaz. We waarderen de inzet van Mexico en president Andrés Manuel López Obrador voor de opbouw van vrede in Colombia.” voegde de verklaring eraan toe.

Alles leek goed te gaan in de onderhandelingen totdat op 28 oktober de ontvoering van Luis Manuel Díaz, vader van de Liverpool voetballer, werd gemeld en een paar dagen later de regeringsdelegatie aan de kaak stelde dat hij in handen was van het ELN, dat hem 10 dagen later vrijliet.

De guerrillastrijders erkennen dat het een vergissing was en bekritiseert zichzelf, hoewel ze volhouden dat het geen schending van het staakt-het-vuren is, want volgens de commandant van de groep, ‘Antonio García’, “is er geen overeenkomst waarin het ELN zich heeft verplicht om geen financiële operaties uit te voeren, waaronder vrijheidsberoving”.

Maar de waarheid is dat het ontvoeren van burgers die niets te maken hebben met het conflict – de zogenaamde “gijzeling” – een schending is van het internationaal humanitair recht (IHL), volgens de Conventies van Genève, en daarom verboden is door het staakt-het-vuren en een oorlogsmisdaad is.

De hoofdonderhandelaar van de regering, Otty Patiño, verzocht vorige week om een buitengewone ontmoeting met zijn ELN-tegenhanger, “Pablo Beltrán”, waardoor een vijfde gewone onderhandelingsronde die in Mexico zou plaatsvinden, bijna een maand is uitgesteld.

De voormalige Colombiaanse president Alvaro Uribe zal volgende week voor het kantoor van de procureur-generaal verschijnen in verband met een paramilitair bloedbad in 1997, zeiden de autoriteiten donderdag.

Toen Uribe gouverneur van het departement Antioquia was, doodde een groep van 150 rechtse paramilitaire leden minstens 15 mensen in het dorp El Aro.

Vorige week zei de paramilitaire leider Salvatore Mancuso tijdens een hoorzitting met de Speciale Jurisdictie voor Vrede van Colombia dat Uribe “altijd op de hoogte is geweest van de operatie”.

Het land wordt al tientallen jaren geteisterd door gevechten tussen de veiligheidstroepen, linkse guerrilla’s, rechtse paramilitairen en drugsbendes.

De voormalige president is opgeroepen om maandag voor de procureur-generaal te verschijnen nadat hij had gevraagd “gehoord te worden”, zeiden de autoriteiten.

Uribe, die president was van 2002-2010, zei op sociale media dat Mancuso een “bandiet” was die hem beschuldigde “zonder direct bewijs en met tegenstrijdigheden ten opzichte van eerdere verklaringen”.

Er loopt ook een onderzoek naar Uribe voor corruptie en procedurefraude in een zaak over het knoeien met getuigen.

Mancuso verscheen voor de Speciale Rechtbank voor de Vrede – een speciale rechtbank die is voortgekomen uit een vredesakkoord met de FARC-rebellen uit 2016 – vanuit de Verenigde Staten, waar hij in 2008 werd uitgeleverd voor drugshandel.

Hij beloofde criminele banden tussen politici en zakenlieden te onthullen aan de Speciale Rechtbank voor de Vrede.

Toen Uribe aan de macht was, nam hij hard stelling tegen linkse guerrilla’s – een houding die door zijn aanhangers werd toegejuicht, maar door de oppositie bekritiseerd.

Hij is nog steeds een prominente stem aan de rechterkant van Colombia. Ivan Duque, een protegé van Uribe, nam zijn rechts beleid over, maar tijdens de verkiezingen van 2022 werd de macht afgestaan aan de linkse president Gustavo Petro.

Petro trad aan met als doel het bereiken van “totale vrede” tussen de gewapende groepen die in het land actief zijn, een taak die tot nu toe ongrijpbaar is gebleken omdat er meerdere vredesbesprekingen en wapenstilstanden worden nagestreefd met verschillende bewegingen.

Na een jaar en drie maanden na het aantreden als president van Colombia groeide de populariteit van Gustavo Petro onder de bevolking naar 51,7% procent.

Uit een enquête van het Nationaal Adviescentrum, in opdracht van de Administratieve Afdeling van het Voorzitterschap (Dapre), die werd uitgevoerd van 17 tot 22 november 2023, blijkt dat 51,7% van de 1608 ondervraagde Colombianen een positief beeld heeft van president Gustavo Petro; 44,5% heeft een negatief beeld, terwijl 3,8% van de respondenten het niet wist of geen antwoord gaf.

De cijfers laten een verbetering zien in het imago van Gustavo Petro, want van oktober tot november is de positieve perceptie van de president met 1,2% gestegen.

Wat betreft de hervormingen die de president invoert wordt hij door de meerderheid van de bevolking gesteund. Op de vraag: Denkt u dat het goed is voor het land dat het Congres de hervormingen goedkeurt? zei 32,1% van de burgers nee, terwijl 58,7% van de ondervraagden zei dat ze moeten worden goedgekeurd, en 9% wist het niet of gaf geen antwoord.

Het onderzoek bestond uit een telefonische enquête uitgevoerd onder vrouwen en mannen ouder dan 18 jaar, die op Colombiaans grondgebied leven van alle sociaal-economische niveaus en de foutmarge bedraagt ​​2,5%.

Zijn voorganger Ivan Duque was minder geliefd onder de bevolking. In hetzelfde tijdbestek van een jaar en drie maanden van presidentschap, was zijn populariteit gezakt naar een dieptepunt van 26% procent.

Het Venezolaanse Ministerie van Transport liet maandag via een officieel bulletin weten dat er nieuwe luchtroutes en verbindingen zijn opgezet tussen Venezuela en Colombia als onderdeel van de allianties die zijn getekend tussen de twee regeringen.

De Venezolaanse Minister van Transport, Ramón Velásquez Araguayán, verklaarde dat “als onderdeel van de overeenkomsten die zijn geconsolideerd tijdens het bezoek van President Gustavo Petro, we de nieuwe luchtroutes aankondigen die ons thuisland met onze Colombiaanse broeders zullen verbinden”.

In dit verband benadrukte Velásquez het beleid van integratie en regionale eenheid dat de diplomatie van beide landen aanstuurt.

In het officiële persbericht staat dat er binnenkort rechtstreekse vluchten zullen beginnen tussen de Venezolaanse steden Maiquetía (centrale kust), Valencia (centraal-noord) en Barcelona (noordoost), met de Colombiaanse hoofdstad Bogotá en de stad Medellín (noordwest).

Met betrekking tot de bilaterale verbindingen verklaarde de Colombiaanse president Gustavo Petro op zaterdag vanuit Caracas dat “er nu veel meer gedaan kan worden op het niveau van economie, handel, integratie en toerisme, er is een enorme toename in handel en uitwisseling”.

De bilaterale luchtverbindingen waren al verminderd vóór de Covid-19 pandemie. Sinds de hervatting van de betrekkingen tussen Venezuela en Colombia, een jaar en drie maanden geleden, hebben de transportverbindingen een belangrijke en progressieve impuls gekregen.