De oliepijpleiding van Trasandino is vrijdag opgeblazen in het westelijke departement Nariño. Dat maakte oliemaatschappij Ecopetrol, eigendom van de Colombiaanse regering, bekend.

Ecopetrol meldde zaterdag dat het de vijfde aanslag is dit jaar. De oliepijpleiding werd door middel van explosieven opgeblazen door een niet-geïdentificeerde gewapende groep.

De aanslag vond plaats in de gemeente Ricaurte nabij de grens met Ecuador. De oliepijpleiding was op het moment van de aanslag niet in werking. De resterende olie in de leiding zorgde voor vervuiling in de rivier Güiza.

Nadat het leger de omgeving van de aanslag veilig had gesteld, heeft het bedrijf een team er op afgestuurd om het gat te dichten en de vervuiling van de rivier in te perken.

Volgens het leger is guerrillabeweging ELN verantwoordelijk voor de aanslag. ELN blaast vaker oliepijpleidingen op als verzet tegen de aanwezigheid van multinationale bedrijven in de mijnbouw- en oliesector, waarbij zij beweren dat zij natuurlijke hulpbronnen bezitten zonder dat de bevolking of de economie er profijt van heeft.

#Ecopetrol rechaza rotundamente estos atentados que afectan el medio ambiente, las comunidades y el bienestar de todos los colombianos. #NoMásAtentados #CuidemosElTubo pic.twitter.com/Z2uyeFxvCN

— Ecopetrol (@ECOPETROL_SA) 23 maart 2019

Zeker acht personen zijn om het leven gekomen bij een explosie in een inheems reservaat in het departement Valle del Cauca. Vier anderen raakten gewond.

De explosie vond plaats bij een huis in een reservaat van de Paez, in de gemeente Dagua in een gebied dat vooral bewoond wordt door inheemse stammen. In eerste instantie werd gedacht aan een explosie in een goudmijn, maar de plaats van het ongeval sloot dat uit.

Donderdagmiddag om 2:40 uur vond de explosie plaats in het dorp Las Juntas, ongeveer 20 minuten te voet van het stedelijke centrum van Daua.

In tranen zei Noelba Fernández Daqua, uit de gemeenschap van Cañón del Río Pepitas, dat “we in de voorbereiding waren om onze kameraden te steunen in de staking in Cauca om te strijden voor ontzegde rechten en tegen de vernietiging van het grondgebied. Plotseling was er een explosie. We weten niet wat er is gebeurd.”

De explosie ontstond volgens Guillermo León Girado, burgemeester van Dagua, toen ze met buskruit of dynamiet bezig waren. De doden zijn volgens de burgemeester jonge inheemse jongeren tussen de 20 en 27 jaar oud.

Onder de gewonden is een achtjarige jongen en een inheemse man waarvan 80 procent van zijn lichaam is verbrand. De man wordt behandeld in het Universitario del Valle ziekenhuis.

Het incident vond plaats op de tiende dag van een snelwegblokkade waarbij honderden mensen van lokale stammen het verkeer tot stilstand dwongen en eigendomsaktes voor hun land eisten en subsidies voor sociale programma’s. Tijdens de protesten zijn ook verschillende voertuigen in brand gestoken en heeft de blokkades al gezorgd voor een tekort aan benzine en goederen in sommige steden.

Op de tweede dag van de nationale staking trokken woensdag zo’n 400.000 leraren uit Colombia de straat op om in de belangrijkste steden van het land te marcheren voor meer middelen voor het openbaar onderwijs.

“Openbaar onderwijs blijft een vergeten onderwerp op de publieke agenda, totdat de leerkrachten in staking gaan. We zullen blijven vechten met toewijding, want het is niet alleen ons werk, lesgeven is een bron van trots ‘, zei de onderwijsvakbond Fecode in een verklaring.

De vakbond wordt in de protesten vergezeld door Central Unitaria de Trabajadores (CUT), een van de belangrijkste vakbonden voor meerdere vakbonden in het land en door verschillende politieke en sociale sectoren.

Fecode en CUT verwerpen ook het project van het Nationale Ontwikkelingsplan voor de komende vier jaar waarover in het Congres wordt gedebatteerd. Fecode en CUT zijn van mening dat het de arbeidsonzekerheid en sociale ongelijkheid vergroot.

De demonstranten eisen ook meer garanties voor hun fysieke integriteit in het kader van de bedreigingen van leerkrachten die aan de lokale pers zijn gemeld.

Leraren en opvoeders vechten voor universele en vrije toegang tot onderwijs op alle niveaus, rekening houdend met de kwetsbare situatie waarin veel gezinnen leven, vooral in landelijke gebieden.

Verschillende oppositiepartijen uitten hun solidariteit met de mobilisatie van de Colombiaanse leerkrachten. ‘Wij ondersteunen de leraren van Colombia die de straat op gaan om de opleiding van miljoenen kinderen te verdedigen’, schreef Aida Avella, congreslid en leider van de partij van de patriottische gemeenschap, op Twitter.

Fecode heeft in haar laatste berichtgeving aangegeven opnieuw te gaan staken. De vakbond heeft op 25 april een nieuwe nationale stakingsdag aangekondigd.

Duizenden mensen in Colombia gingen maandag de straat op om hun steun te betuigen aan het vredestribunaal van het land.

Vorige week maakte president Ivan Duque bezwaar tegen zes van de 159 artikelen van de wet voor de Speciale Vredesrechtspraak (JEP). Deze wet regelt het vredestribunaal die ernstige misdaden moet berechten en is het belangrijkste onderdeel van het vredesakkoord tussen de Colombiaanse regering en de rebellen van de FARC.

Duque bekritiseerde de wet voor de Speciale Vredesrechtspraak als te mild tegenover rebellencommandanten. Critici zeggen dat de actie van Duque mogelijk de gedemobiliseerde rebellen kunnen doen afschrikken en kan leiden tot recidiveren.

De controversiële stap zorgde voor de verdeeldheid tussen de aanhangers van Ivan Duque gesteund door voormalig president Alvaro Uribe en degenen die hopen dat het vredesproces een einde kan maken aan decennia van gewapend conflict en politiek geweld.

De Colombiaanse oppositie en maatschappelijke organisaties demonstreerden in Bogotá en andere steden in het land om het vredesakkoord met de FARC te steunen.

Duizenden mensen kwamen maandagavond bijeen op het Plaza de Bolívar, in het centrum van Bogotá. Ook in andere steden zoals Medellín, Bucaramanga, Barranquilla, Cali en Cartagena kwamen mensen bijeen om te eisen dat de wet voor de Speciale Vredesrechtspraak wordt gerespecteerd.

De Colombiaanse autoriteiten bevestigden maandag de moord op sociaal leider Argemiro Lopez, die sinds april 2018 verantwoordelijk is voor het programma van vrijwillige vervanging van illegale gewassen in het departement Nariño.

Lopez werd zondag in zijn huis vermoord door huurmoordenaars die ook zijn vrouw en moeder gewond achterlieten. De misdaad vond plaats in het dorp La Guayacana in de zuidwestelijke gemeente Tumaco, een van de meest gewelddadige in Colombia, gekenmerkt door de aanwezigheid van drugsbendes.

Op 14 maart werd de sociale leider Alfonso Correa vermoord in het dorp La Casirva in het departement Casanare.

Zijn lichaam werd gevonden met talloze kogelgaten op een weg in het gebied van de Colombiaanse Orinoco.

Correa was lid van een boeren- en milieuvereniging die zich inzet voor de verdediging van de natuur, voedselsoevereiniteit en mensenrechten.

De Organisatie van de Verenigde Naties heeft haar ernstige bezorgdheid geuit over de voortdurende moorden op sociale leiders in Colombia door criminele groeperingen.

Luchtvaartmaatschappij Avianca heeft een order van zeventien Airbus A320 Neo vliegtuigen geannuleerd. Daarnaast wordt de levering van 35 toestellen van hetzelfde type op de lange baan geschoven.

De Colombiaanse luchtvaartmaatschappij neemt deze maatregel uit bezuinigingsoverwegingen. De 35 vliegtuigen, waarvan de levering is uitgesteld, worden nu geleverd tussen 2026 en 2028, in plaats van tussen 2020 en 2022. Hierdoor weet de maatschappij de uitgaven met 2,6 miljard dollar te reduceren.

De zeventien geannuleerde en 35 uitgestelde toestellen maken deel uit van een order voor honderd toestellen uit de A32neo-serie die Avianca in 2015 plaatste.